De drie dolle dagen staat voor de deur en voor een deel van LB het sein om alle Carnavalsschepen achter zich te verbranden en de wijk naar Engeland te nemen. Op twee verschillende plekken werd het Britse voetbal aan een test onderworpen. Is het nog altijd zo leuk als iedereen zegt?


De auwt-wieverballen zijn achter de rug en FC Den Bosch is met een 1-0 nederlaag huiswaarts gestuurd. Niets dat ons nog kan tegenhouden om het land uit te sluipen. Na een korte wandeling en een twee en een half uur durende treinreis komen we aan in de stad die de club huisvest waaraan iedereen óók een hekel heeft. Het passeren van de douane is nog slechts een formaliteit. Een klein uur later staan we aan de grond in Horley, iets ten zuiden van voetbalmetropool London.

De prijs die wordt gehanteerd voor een ticket naar Victoria Station is de eerste ontgoocheling waarmee we worden geconfronteerd. Maar dat staat in schril contract met hetgeen we aantreffen bij het openen van onze hotelkamerdeur. Het enige positieve aan onze slaapplaats is de ligging en de prijs. De combinatie van beide deed ons al vermoeden dat we met een ferme teleurstelling te maken zouden krijgen. Mais soit, l’histoire continue…

Nadat we in een Italiaans restaurant de socialist hebben uitgehangen door vrijwillig pizza te delen met een restaurantgenote wordt het tijd om een pub binnen te wippen. Om 23.00 uur is het feest echter gedaan en zoeken we noodgedwongen onze verfoeide hotelkamer op. De dag nadien zijn we namelijk van plan om onze treintickets alvast op te halen bij King’s Cross/St. Pancras.

Het is echt fenomenaal om naast de deur één van de grootste stations van Londen te hebben liggen. Van daaruit nemen we dan ook de Victoria Line welke ons naar dat andere grote station zal brengen. Het is zaterdagochtend en de underground zit bomvol. Ook King’s Cross puilt uit, al weten uiterst vriendelijke stewards de mensenmassa in goede banen te leiden. Misschien eens een ideetje voor de Freds van deze wereld om er een kijkje te nemen om te zien hoe het wèl moet. Overal lopen mensen met voetbaltricots om de schouders en dat is toch wel een mooi gezicht. Arsenal, Sunderland, Bradford City; alles loopt door elkaar en er valt geen onvertogen woord.

Zaterdag 21 februari: Barnet FC –  Bradford City FC

Nadat de tickets voor de zondagmatch zijn afgehaald gaat het met de Victoria Line verder naar Euston. Van daaruit vertrekt de Northern Line richting het noorden van London. Op naar Noord-London dus, ver weg van de glitter en glamour waarmee de Premier League is doorspekt. Aan de Barnet Lane neemt de plaatselijke FC het op tegen Bradford City FC.

In de underground zitten een handvol mensen getooid met de clubkleuren van Bradford City, dus het is een kwestie van hen te volgen richting het stadion van Barnet: Underhill. Onderweg naar Barnet valt ons al op dat we terecht gaan komen in een mooier deel van London. Links en rechts is er sprake van mooie, ruime woningen, gelegen in een glooiend landschap. Verse zonnestralen vallen het treinstel binnen (de underground is veranderd in ‘upperground’); het laat een glimlach op onze gezichten verschijnen.

Als we op het einde van de Northern Line bij halte High Barnet uitstappen geeft een bord de looprichting naar Underhill reeds aan. Wat een service! Na een tiental minuten stappen staan we voor de poorten van het krakkemikkige stadionnetje. Geweldig! Second Division (het laagste profniveau), maar wat een schoonheid. Alles ademt hier voetbal uit.

Dat doet ook John Adkins. Deze ouderdomsdeken verkoopt programmaboekjes en hem missen lukt haast niet. Als hij erachter komt dat we uit Nederland afkomstig zijn, mompelt hij wat over een vooroorlogs toernooi dat Barnet ooit in Nederland speelde en daarbij Excelsior versloeg. Zodoende komen we er ook achter dat Barnet supporters heeft in Noorwegen, Duitsland en er recent ook supporters uit Den Haag Barnet zijn komen opzoeken. Alles wijst erop dat Barnet één van de clubs is die je eens bezocht moet hebben.

Het opzoeken van een pub is de volgende activiteit en dat blijkt geen enkel probleem. Ook de gasten uit Bradford is het gelukt deze pub te localiseren, want met tientallen aanwezige ‘Bantams’ is het er goed toeven. The Old Red Lion, gelegen aan de Great North Road is ook een pub met een ‘food service’. Echter, de Goodyear-commissie is zich dermate geschrokken van de staat van de hotelkamer dat in allerijl alle weekendactiviteiten zijn afgelast. Goed nieuws voor deze pub, want voor de geserveerde pukka-pie bestaat maar één woord: disgusting.

Na het kopen van een kaartje is het tijd om wat te eten. Ook Barnet heeft geluk, want de bestelde hamburger is zeker geen meevaller. Maar, onze dag kan niet meer stuk, aangezien één van de spelers ons met een ‘hello lads’ heeft welkom geheten.

Nadat we onze turnstile hebben opgezocht blijkt dat we het moeten doen met een plekje juist achter de doelpaal, rij twee. Het zich is dus uitmuntend! Iets minder uitmuntend is de traptechniek van de wisselspelers, want de ene na de andere bal vliegt ons om de oren. Naast mij zit een slap aftreksel van de in de buurt wonende Baby Spice Emma Bunton. Helaas. Sowieso weinig schoon volk bij Barnet, maar uiteraard wel veel scheldend volk. En crisps, Haribo en andere zoetwaren kauwend volk.


Come on you Bees!

Nadat de mascotte van ‘The Bees’ voor ons heeft geposeerd, kan de match aanvangen. In de line-up van Barnet weinig bekenden, of het moeten Gary Breen (voormalig Iers international) en Paul Furlong (o.a. ex-Coventry City en ex-Chelsea) zijn. Over Bradford City hoeven we het evenmin te hebben. Kortom, dit zou wel eens een echte Britse match kunnen worden!

Onze voorspellingen komen uit als de eerste ballen hoog in het zestienmetergebied worden gepompt. Barnet speelt de eerste helft downhill en dat is goed te merken. Vooral aan de rechterzijde staat een rappe man geposteerd. In het programmaboekje (en eveneens op zijn rug) lezen we dat het Albert Adomah betreft en dat hij is getaxeerd op £ 300,000. Niet haalbaar voor TOF dus. Jammer, want hij gaat als een wervelwind tekeer. Nadat de storm van het openingskwartier (nu ja, dat schatten we zo in, want een stadionklok ontbreekt) is gaan liggen, komt Barnet beter in de wedstrijd. Links en rechts flitsen de vleugelaanvallers langs hun bewakers en dit resulteert in een verdiende 1-0. Het is de genoemde Adomah die de 1-0 langs doelman Rhys Evans werkt.

Niet veel later is het John O’Flynn die de 2-0 binnenknikt. Barnet lijkt op rozen te zitten, want de tegenstrever komt er geen moment aan te pas. Via de zijkanten lukt het steeds om de bal in de pot te gooien alwaar spits Furlong lijf-aan-lijf-gevechten aangaat met Paul McLaren. Met deze stand wordt ook de rust gehaald. Het publiek staat op de banken, een staande ovatie is de spelers’ deel!


Ook in de rust is de lange zijde niet stil te krijgen

In de rust wordt er geen snoeiharde Carnavalsmuziek gedraaid, nemen kinderen geen strafschoppen en treedt er geen B-artiest op. Wel komt Ben Embery naar de rand van het speelveld om een klaterend applaus in ontvangst te nemen. Embery is namelijk een Barnet-legende uit de jaren 60 en 70 en speelde 400 wedstrijden voor The Bees. Hij speelde niet alleen op het middenveld, ook de spitspositie was geknipt voor hem. Hij verdedigde zelf het doel als de nood aan de man was.

Nadat de stadionomroeper ‘two Dutch Barnet-fans’ een ‘warm welcome’ heeft geheten kan de tweede helft beginnen. Bradford City dringt fel aan en dat resulteert al vrij snel in de aansluitingstreffer door Michael Boulding. Deze 33-jarige was al eens gestopt met voetbal, maar trok toch zijn schoenen weer aan. Via Rotherham United en Mansfield Town belandt hij aan het begin van dit seizoen (samen met broertje Rory) bij Bradford City.

Teneinde de gelijkmaker te forceren stuurt Bradford-trainer Stuart McCall Barry Conlon het veld in. Deze stormram maakt het Barnet wel even lastig, maar dat duurt niet lang. Het is namelijk de man die in de voormiddag nog ‘hello lads’ tegen ons zei, Joe Devera, die zijn allereerste Barnet-goal maakt. Hij krijgt als rechtsback de bal, kapt een man uit, snijdt naar binnen en verrast keeper Evans in de korte hoek. Underhill ontploft, 3-1.

In deze fase wordt Bradford City volledig overklast en dat verrast iedereen. ‘The Bantams’ staan sowieso veel hoger geklasseerd en spelen ook nog eens downhill. Tussen beide doelen zit namelijk een hoogteverschil van maar liefst drie meter! Tegen het einde van de wedstrijd dikt rechtsbuiten Yannick Bolasie nog aan tot 4-1 en dan is de koek nog niet op. Bradford City mag van geluk spreken dat Barnet niet altijd even nauwkeurig afwerkt.


Na afloop gaat iedereen enorm content naar huis: well done Barnet!

Vlak voordat de wedstrijd eindigt zoekt John Adkins ons weer op. Hij eist dat we met hem iets gaan drinken in het ‘pavilion’, een café annex clubhuis dat pal achter de hoofdtribune is gelegen. Daar worden we ook voorgesteld aan drie Noorse Barnet-fans. Na het volgen van de openingsfase van Manchester United – Blackburn Rovers nemen we afscheid van eenieder en wandelen we terug naar station High Barnet. Als we langs de The Old Red Lion lopen zien we dat ook daar de rust is wedergekeerd.

Een programmaboekje, een ticket, een hat en een pin rijker en met een gelukzalige glimlach op ons gezicht keren we terug naar onze tijdelijke thuishaven, nabij Victoria Station. Zaak om eens wat te gaan rusten, aangezien we morgen nog wat katjes hebben te geselen…

Zondag 22 februari:
Newcastle United vs Everton FC

Na een wederom verre van ongestoorde nachtrust in het Huttons Hotel, spring ik rond 6.30 uur onder de douche. Hier komen weer enkele nieuwe gebreken van onze suite aan het licht. Drie minuten douchen is genoeg om de badkamer volledig blank te zetten. Naderhand blijkt dat ook de slaapkamer enigszins waterschade heeft opgelopen. Het water sijpelt tussen de plinten door en vormt al snel een behoorlijke plas op de vloer. Kordaat ingrijpen van mijn kamergenoot voorkomt erger en meerdere zandzakken redden Belgrave Road, London van een ware watersnoodramp. Dit hotel zou niet misstaan in een uitzending van ‘helse vakanties’ en ik ben dan ook blij dat ons verblijf hier niet langer dan drie nachten zal duren.


LB-badkamergeheimen in een doucheruimte die less than shite is

Een uurtje later begeven we ons fris gedoucht richting London Victoria, alwaar we de underground nemen naar London Kings Cross/St. Pancrass. Daar aangekomen zien we dat we ruimschoots op tijd zijn en besluiten om nog even een ontbijtje te nuttigen. Na een stevig Full English Breakfast, begeven we ons terug naar Kings Cross train station en even later arriveert the National Express, die ons naar onze bestemming van deze dag zal moeten brengen, namelijk Newcastle upon Tyne.


Hebben we dit echt gegeten? Jazeker!

De ruim 3,5 uur durende treinreis verloopt voorspoedig en zonder enige vertraging. Onderweg zien we naast het uitgestrekte Engelse landschap ook enkele stadions van league clubs, waaronder dat van Peterborough United FC, ofwel ‘The Posh’, uitkomend in de Coca-Cola League One. Het stadion luistert naar de naam ‘London Road Stadium’ en heeft een capaciteit van ruim 15.000 plaatsen. Het stadion ziet er ietwat aftands uit en lijkt perfect te voldoen aan de wensen van een club uit de lagere divisie. Geen overdreven poespas voor deze club, die werd opgericht in 1934.

Dit in grote tegenstelling tot het stadion van Darlington FC, wat we enkele uren later mogen aanschouwen. Het stadion van ‘The Quakers’ luistert naar de naam ‘Northern Echo Darlington Arena‘ en heeft een totale capaciteit van 25.500 plaatsen. Vanwege lokale wetgevingen is de capaciteit echter teruggebracht naar 10.000 plaatsen. Het stadion van Darlington FC (opgericht in 1883) is een super-de-luxe onderkomen, dat niet zou misstaan voor een kleinere club uit het Premiership. Echter, voor een club als Darlington, uitkomend in de laagste divisie van het Engelse profvoetbal lijkt het wat erg hoog gegrepen. We houden er beiden geen goed gevoel aan over, voor de toekomst van Darlington FC.

NB: Na terugkomst in Nederland lees ik op de BBC-site dat Darlington inmiddels onder curatele is gesteld. Blijkbaar lopen er in Engeland ook de nodige Opgenoords en consorten rond. Helaas hebben we van beide stadions geen foto’s kunnen maken, wat natuurlijk enorm zonde is.

Even na 13.00 uur arriveren we in Newcastle upon Tyne. Voordat we het station hebben bereikt, zien we ons reisdoel van vandaag al duidelijk waarneembaar liggen. St. James’ Park, de thuishaven van Newcastle United torent hoog boven de skyline van de voormalige Engelse mijnwerkersstad uit.

We besluiten om eerst maar eens het stadion van Newcastle van dichtbij te gaan bewonderen. Zoals vele Engelse stadions, is ook St. James’ Park midden in een woonbuurt gebouwd. Lijkt me een geweldige manier van ontwaken als men ‘s morgens de gordijnen opent en men uitzicht heeft op het stadion van je favoriete club.


Gelukkig vind er in dit steegje geen re-enactment plaats

Alhoewel ontwaken met uitzicht op een stadion ook averechts kan werken. Kan me mijn eerste bezoekje aan de stad Liverpool nog uitstekend herinneren. Destijds logeerde ik in ‘Tina’s Guest House’, een uitstekend B&B onderkomen. Grootste nadeel was dat het betreffende gasthuis gelegen was aan Anfield Road. Meer specifiek, pal tegenover ’Shankly Gate’, de hoofdingang van het Liverpool stadion. Bij ieder daarop volgend bezoek aan Tina‘s Guest House, verzekerde ik me dat mijn slaapkamer aan de achterkant gelegen was. Het uitzicht op Goodison Park aan de horizon, kwam mijn nachtrust zonder twijfel ten goede.

Na een rondje om het stadion gelopen te hebben en na het nemen van het nodige aantal foto’s begeven we ons naar de fanshop van ‘The Magpies’. De merchandise blijkt hier booming business te zijn. Hele gezinnen gekleed in de zwart/witte clubkleuren snuffelen rond in het ruime assortiment van fanartikelen. Nadat mijn reisgenoot Michel enkele pins van Newcastle aangeschaft heeft en we beiden een programmaboekje op de kop hebben weten te tikken, besluiten we op zoek te gaan naar een pub.

Ondanks dat Everton maar liefst 2.800 kaarten heeft gekregen en verkocht voor deze match, valt er maar weinig Royal Blue te ontwaren in de pubs van Newcastle. Na het nuttigen van enkele ‘pints’, begeven we ons maar weer een richting stadion om wat te eten. In een zijstraatje bij St. James’ Park staan we plotseling oog in oog met ‘The Back Page’. Een juweeltje van een sportboekenwinkeltje, dat zich volledig toegespitst heeft op voetbalboeken. Zonde dat we deze shop niet eerder hebben ontdekt, aangezien we graag wat langer hadden willen rondneuzen.

Nadat we bij een van de vele cateringpunten een burger hebben besteld en verorberd, die overigens niet aan de eisen van de Goodyear-commissie zou hebben voldaan, begeven we ons richting de ingang van het uitvak. Na het passeren van het draaipoortje, wacht ons een aanslag op onze conditie. Tien minuten eindeloos trappen lopen verder, komen we dan eindelijk aan in het vak dat gereserveerd is voor de Everton-aanhang.

Daar waar de club Newcastle nooit indruk op me heeft weten te maken, geldt voor het stadion het tegenovergestelde. St. James’ Park is een compleet gerenoveerd en verbouwd stadion, dat zijn typische voetbalsfeer niet verloren heeft. De capaciteit van St. James’ Park bedraagt 52.387 zitplaatsen.


Om St. James’ Park volledig te kunnen fotograferen heb je echt Ivo Delahaye nodig

Van zo’n stadion zou je eigenlijk verwachten dat het de thuisbasis zou vormen van een absolute topclub. Ook dit jaar blijven de prestaties echter wederom achter bij de grenzeloze pretenties van Newcastle United.

De club werd opgericht in 1892 en luistert naar de bijnamen ‘The Magpies’, ‘The Toon’ of ‘The Geordies’. Alhoewel dit laatste meer een verwijzing is naar de verzamelnaam voor de inwoners van Newcastle upon Tyne. De club werd in totaal vier keer landskampioen. De laatste keer in het seizoen 1926/1927. De laatste prijs die de club ooit wist te winnen was de FA Cup in 1955, ten koste van Manchester City.


De Everton cheerleaders zitten keurig in de away sector

Al na drie minuten slaat het noodlot toe voor het Everton van David Moyes. Na een onschuldig ogend duel, blijft spelmaker Mikel Arteta kermend van de pijn achter op de grasmat. Het is meteen duidelijk dat het hier een zware blessure betreft en enkele minuten later verlaat Arteta op een brancard het speelveld, zijn been stevig ingepakt in een brace. Diagnose zal later luiden, afgescheurde kniebanden en einde seizoen voor ‘the Spanish Magician’.

Everton heeft een licht veldoverwicht, maar weet zich weinig openingen te creëren. Enkele kleine kansen zijn er voor Gosling, Rodwell en Jô. Beste kans komt echter ontegenzeggelijk op naam van Newcastle aanvaller Peter Lövenkrands. De aanvaller kan vrij doorlopen richting het strafschopgebied van Everton, maar oog in oog met Tim Howard, schuift hij de bal hooguit 10 centimeter langs de verkeerde kant van de paal over de achterlijn.

In de 36e minuut gaat Newcastle middenvelder Kevin Nolan zeer fel het duel met Victor Anichebe aan. De geboren Liverpudlian is veel te laat met zijn tackle en landt met twee voeten op de enkel van zijn tegenstander.Scheidsrechter Lee Mason aarzelt geen moment en geeft Kevin Nolan een volledig terechte rode kaart. Anichebe wordt vervangen door de Belgische international Marouane Fellaini.

Niet veel later begaat Newcastle rechtsback Ryan Taylor een felle charge op Everton talent Jack Rodwell, maar scheidsrechter Mason besluit om de kaarten ditmaal op zak te houden. Dit is het laatste wapenfeit van de eerste helft en de clubs zoeken dus met een 0-0 stand de kleedkamers op.

Na rust lijkt Everton een tandje hoger te schakelen en probeert Newcastle achteruit te drukken. Helaas speelt het gemis van Arteta‘s creatief vermogen ‘The Toffees’ parten. De ploeg van David Moyes weet zich nauwelijks openingen te creëren en de waslijst aan blessures en schorsingen (vooral op het middenveld) lijkt de club op gaan te breken.

Hoewel Everton de gehele tweede helft een veldoverwicht heeft, is het moeilijk om te zien waar de doelpunten vandaan moeten komen. Met het inbrengen van Louis Saha voor de vermoeide Rodwell, probeert David Moyes om aanvallend nog iets te forceren, maar het mag uiteindelijk niet baten. Everton slaagt er dus niet in om drie punten te behalen tegen tien man van de thuisploeg. Duur puntverlies voor de club uit Liverpool dus.


Het licht werd ook nog aangemaakt

Na afloop begeven we ons terug naar het station van Newcastle, alwaar we wat snoeprepen, chips en drinken inslaan. Uitgebreid avondeten zit er vanavond niet in aangezien we minder dan een half uur speling hebben. In de trein raken we aan de praat met Keith, een Newcastle supporter wonende te York en met de vriendin van Barry Webber, ‘Director of commercial affairs’ van Newcastle. Deze noemt zichzelf een semi-fan van Newcastle en blijkt eigenlijk een fervent aanhanger van Leicester City te zijn.

Keith geeft aan een bloedhekel te hebben aan ‘Southern teams’. Liever heeft hij dat zijn kinderen niets om sport geven, dan dat ze fan worden van één van deze clubs. Zoiets  zal hij niet toestaan in zijn huis weet hij ons te verzekeren. Iemand waar Keith ook niet bepaald warm voor loopt is, “Fucking Shola Ameobi.” Deze verhalen en wat lezen in de autobiografie van Paul ’Gazza’ Gascoigne doen de tijd voorbijvliegen. Moe maar voldaan bereiken we stipt op tijd London Kings Cross.

Maandag 23 februari: Afscheid van London

De volgende dag staan we weer vroeg naast ons bed, aangezien we al om tien uitgecheckt moeten zijn. Na het achterlaten van de tassen in het daarvoor bestemde rommelhok, begeven we ons nog even naar het centrum van London voor wat inkopen en wat sightseeing. Na een kort pubbezoek en wat gegeten te hebben bij ‘Bella Italia’, halen we onze tassen op en beginnen we aan de terugreis.

Gelukkig hebben we geen vertraging en het inchecken bij easyJet verloopt zonder problemen. Bij het betreden van het vliegtuig zie ik nog twee vrije plaatsen naast elkaar. Ik laat eerst Michel plaatsnemen, maar als ik vervolgens mijn plaats wil innemen, zakt er een zwarte versie van Davy Zafarin neer in de stoel naast mijn reisgenoot. Gordel is voor Michel eigenlijk volledig overbodig, aangezien hij toch geen kant meer uitkan. Een luchtzak in een vliegtuig had ik me toch anders voorgesteld.

Ook de uitspraak ‘dikke mensen zijn gezellige mensen’ kan naar het rijk der fabeltjes worden verwezen. De buurman van Michel blijkt namelijk een lomp, ongemanierd en chagrijnig persoon te zijn.

We nemen dan ook zonder al teveel weemoed afscheid van ‘Big Daddy’ en de rest van de reis verloopt zonder problemen. Wederom een uiterst geslaagde Engeland trip!

Guido Erens
Michel Hennen