Jaren geleden kwam er eens een boer uit het verre Holland naar het in die tijd nog bronsgroene Limburgse Land. Hij had reeds aardig wat geld verdiend, maar wilde graag hier komen werken. Jarenlang werkte hij met plezier, totdat hij gaandeweg problemen met zijn gezondheid kreeg. Onder zijn knechten bevond zich een jongeling uit deze streek, hij beschikte over een gezonde dosis humor en iedereen liep met hem weg. De boer nam dan ook de beslissing om hem als zijn opvolger aan te wijzen. En met eenieders instemming geschiedde het zo.

Hoewel de jonge boer de ervaring van het harde vak ontbeerde, verliepen de eerste jaren redelijk succesvol en iedereen was dan ook tevreden. Op een gegeven moment besloot de jonge boer in overleg met andere boeren uit zijn directe omgeving een grote investering te doen. Deze leidde echter niet tot het gewenste resultaat, sterker nog, ze betekende bijna het einde van zijn bedrijf. Maar de boer genoot het voordeel van de twijfel. De magere jaren braken aan en vele van zijn knechten, met de ouderen, werden stelselmatig ontslagen of vertrokken uit eigen beweging. Inmiddels was hij toch al aardig getekend en met een paar jonge knechten zette hij zijn werk voort, echter niemand koesterde nog hoge verwachtingen en het was ploeteren om het hoofd boven water te houden. Waar niemand rekening mee had gehouden, gebeurde dan toch. Na vele jaren van tegenslag, volgde plotsklaps de zo broodnodige goede oogst. En hoe!

De boer kreeg steun van veel bedrijven uit de omgeving en nog veel verder. Investeerders verdrongen zich op zijn erf en met deze financiële steun slaagde hij erin om een uitstekende voorman en nieuwe knechten aan te trekken. Zijn bedrijf behoorde tot de meest florerende van het hele land. Hij genoot met volle teugen van zijn succes, vaak in het gezelschap van zijn investeerders. Zo af en toe vertrok wel eens een goed knecht, maar het liep voor hem allemaal geen vaart. Tot groot ongenoegen van de vele mensen uit de omgeving die het goed voor hadden met zijn bedrijf, bleek hij steeds vaker onbereikbaar of had hij het te druk.
Steeds meer goede knechten kozen eieren voor hun geld om elders hun niet geringe kwaliteiten nog meer uit te buiten. Ook de voorman die het maximale uit de kwaliteiten van de knechten had gehaald, werd ingelijfd door een groot bedrijf. De boer bleef uiterlijk echter heel kalm en raakte niet in paniek. Zijn bedrijf had inmiddels een uitstekende naam opgebouwd en nieuwe knechten met de juiste kwaliteiten zouden wel gevonden worden. Zijn nieuwe voorman werkte keihard met de inmiddels gearriveerde nieuwe knechten, maar al gauw bleek dat de aanwezige kwaliteit onvoldoende was.
De oogst mislukte en door allerlei fouten dreigde dat dit voorjaar op nog grotere schaal te gebeuren. De boer voelde de bui al hangen. Hij begon in paniek om zich heen te slaan en zag nu achter iedere eik een vijand. De voorman was inmiddels aan de kant geschoven en vervangen door een voorman die als knecht ruimschoots zijn sporen had verdiend. Met leed en moeite krabbelde men omhoog, echter het water stond zowat aan de lippen en veel tijd bleef er niet over. Uiteindelijk werd de boerderij gered. De boer verdween zwaar gedesillusioneerd van het toneel. Hij had één belangrijke fout gemaakt: op het einde van de goede jaren vergat hij te oogsten.

Het verhaal dat hierboven wordt verteld, is in feite een korte schets van de carrière van Jacq. Opgenoord bij Fortuna. Inderdaad, hij heeft één belangrijke fout gemaakt. Hij liet spelers als Fernando Ricksen, Patrick Paauwe, Mark van Bommel en Kevin Hofland voor bedragen vertrekken die gerelateerd aan hun kwaliteiten als vriendenprijsjes te boek staan. Hoe kan het immers verklaard worden dat een speler met beperkte kwaliteiten, zoals Jan Vennegoor of Hesselink, door FC Twente aan PSV wordt verkocht voor een bedrag dat liefst driemaal zo hoog is als het bedrag dat Fortuna ontving voor Mark van Bommel? Om nog maar te zwijgen over de prijs die Fortuna van AZ ontving voor de verkoop van Fernando Ricksen.
De spelers die Fortuna in de afgelopen 3 jaren kocht, bleken zonder uitzondering geen van allen van de kwaliteit van een Mark van Bommel of Kevin Hofland te zijn. Maar vaak – enkele uitzonderingen daargelaten – bleken ze niet eens over de juiste kwaliteit te beschikken om enige rol van betekenis op het hoogste professionele niveau van Nederland te spelen. Jacq. Opgenoord heeft tevens te lang gehoopt op een hernieuwde huurovereenkomst met Vitesse van Matthew Amoah en Remco van der Schaaf, hetgeen hij reeds in november 2000 volmondig toegaf.

Het zou echter een te grote oneer aan Jacq. Opgenoord zijn om alle problemen aan hem toe te schrijven. Zijn superieuren in de Raad van Toezicht en Jules Coenen mogen zich ook achter hun oren krabben, voor zover dit nog niet is gebeurd. Fortuna dacht de organisatie buiten het veld te moeten professionaliseren en stelde tevens Financieel Directeur Cor Nijpels aan die op een gegeven moment niet meer met Opgenoord door één deur kon. Over de resultaten van Nijpels functioneren is er in voorgaande columns reeds meer dan voldoende gezegd en vooral geschreven, soit.

Louter de aanstelling van Algemeen Directeur Theo Mommers schijnt tot het gewenste resultaat te leiden: het boven krijgen van het lek. Helaas voor Nijpels en Opgenoord was het voor Mommers nodig om in de rol van Damocles te kruipen. Op de schouders van Mommers en Coenen rust nu de zware taak om van Fortuna weer te maken wat het ooit was: een sympathieke Betaald Voetbalclub met de juiste uitstraling waar de supporter meetelde en waar ook nog eens op en buiten het veld resultaten werden behaald. Ik heb hierbij twee persoonlijke wensen aan beide heren: herinstalleer een supportersorgaan waarmee regelmatig overleg over de algehele situatie wordt gepleegd en ga héél snel praten met Robert Roest over diens terugkeer, het is nog niet te laat. Bij Fortuna horen ook spelers met het juiste gevoel voor de club en haar supporters! Liever buigen dan barsten!

One Way