Amper bekomen van de pijnlijke nederlaag tegen FC Emmen, rammelt mijn wekker. Het is 4.15 uur, dit kan maar één ding betekenen: ik heb me weer eens laten strikken voor een tripje naar het beloofde voetballand. Over iets minder dan twaalf uur worden we verwacht op Portman Road, daar staat de wedstrijd Ipswich Town tegen Wolverhampton Wanderers op het programma. Hoog tijd dus om op te staan!

 


27 januari 2018

Na snel mijn tas gepakt te hebben en een frisse douche te hebben genomen, rijdt Guido om klokslag vijf uur voor. Een minuut later neemt ook Michel plaats in ons vaste UK-vervoersmiddel en tien minuten later wordt Niels als laatste passagier opgepikt. We liggen mooi op schema als we even later de A76 opdraaien met als eindbestemming de haven van Calais.

De ervaring heeft ons geleerd dat het op dit tijdstip van de dag lekker rustig op de Belgische autowegen is en dat wordt ook deze ochtend bevestigd. Zonder noemenswaardig oponthoud loodst Guido ons langs Brussel en Gent. Even na Brugge neemt Michel het stuur over, zodat Guido aan zijn welverdiende ontbijt kan beginnen. De reis wordt vandaag overigens muzikaal begeleid door een USB-stick met daarop ruim 3900 nummers die enkele jaren geleden in aanmerking kwamen voor de Top 2000, aangevuld met een stuk of vijftig van mijn eigen voorkeursnummers. Laat ik het voorzichtig zeggen: de platen worden met wisselend enthousiasme ontvangen.

De laatste kilometers tot aan de boot hebben de laatste jaren een tamelijk akelig karakter gekregen. Metershoge hekken met grote rollen prikkeldraad moeten voorkomen dat vluchtelingen de autoweg betreden en via langskomende voertuigen proberen op illegale wijze mee te liften naar Engeland. De ‘jungle’ is dan wel ontruimd, toch zwerven er nog enkele honderden vluchtelingen in en rondom Calais rond in de hoop op een of andere manier Engeland te bereiken. Dat het probleem hier nog lang niet is opgelost, blijkt enkele dagen na onze reis wanneer ruim honderd Afghaanse en Eritrese migranten elkaar met stenen, stokken en zelfs geweren te lijf gaan. Gelukkig bereiken wij ongeschonden de douanepoorten van DFDS. En nadat we drie keer onze paspoorten hebben getoond en onze auto is gecontroleerd mogen we aanschuiven in de rij auto’s die staan te wachten om de boot te kunnen betreden.

Wat direct opvalt is het grote aantal Oost-Europeanen dat hier staat te wachten. Dat vrachtwagenchauffeurs deze route vaak nemen is algemeen bekend, maar vanochtend is ook het aantal ‘toeristen’ uit het Oostblok opvallend groot. Een aanzienlijk deel daarvan stapt uit een dubbeldekker die, als we de belettering mogen geloven, pendelt tussen Roemenië en Londen. En of men daar in Londen zo gelukkig mee moet zijn, ik vraag het me af. Het gezelschap ziet er niet bepaald koopkrachtig uit en de meerderheid ziet er ronduit onfris en onguur uit. Ondertussen hebben we van de barmedewerker begrepen dat onze 1 Pound-munten en 5 Pound-briefjes niet meer geldig zijn. Blijkbaar zijn de oude briefjes sinds mei 2017 en de oude munten vanaf oktober vorig jaar ongeldig. Hmm, dat hadden we even niet meegekregen. Gelukkig valt de financiële schade redelijk mee. De bootreis duurt slechts anderhalf uur en dat is wat ons betreft ook lang genoeg met de eerder genoemde medepassagiers. We zijn dan ook blij als we tegen de klok van tien uur local time de White Cliffs of Dover zien.

Eenmaal aangemeerd in Dover neem ik plaats achter het stuur. Via de M20 gaat het in een gezond en verantwoord tempo richting Londen, om bij het knooppunt bij Swanley rechtsaf te buigen richting de befaamde Dartford Crossing. Via de M25 bereiken we de Thames. Op de heenreis kruisen we deze bekende rivier via de tunnel, op de terugreis gaat dat via de indrukwekkende Queen Elizabeth II brug gebeuren. Iets waar Niels nog niet echt naar uitkijkt. Maar dat zijn zorgen voor later. We vervolgen de M25 tot aan het kruispunt bij Brentwood, daar slaan we af naar de A12 en rijden Essex binnen. Het begint nu goed op te schieten, over een dikke drie kwartier gaan we volgens onze TomTom Ipswich bereiken.

Na een korte sanitaire en tankstop maken we ons klaar voor het laatste stukje van de reis. Onderweg passeren we het Weston Homes Community Stadium van Colchester United, maar een eerste aanblik laat ons groundhoppershart nog niet bepaald sneller kloppen. Er zijn in ieder geval een aantal clubs en stadions die hoger op onze to-do-list staan. Wanneer we de stadsgrenzen van Ipswich naderen, wordt het drukker op de weg. We liggen nog steeds netjes op schema en sluiten geduldig aan in de rij. Even voor de klok van enen bereiken we de parkeerplaats van het Premier Inn hotel waar we zullen overnachten. Na wat ongegrond en overbodig commentaar van Niels op mijn parkeerkwaliteiten (juist ja, dezelfde Niels die bij de vorige trip de koppelingsplaat van Guido’s auto bijna ‘versaude’) lopen we richting het hotel. Inchecken blijkt nog niet mogelijk, onze tassen achterlaten kan gelukkig wél.

Vanuit het hotel is het slechts een klein kwartiertje lopen naar het Portman Road Stadium van Ipswich. Onderweg passeren we een commercieel centrum waarin onder andere een bioscoop en aantal (fastfood) restaurants gevestigd zijn. We zijn inmiddels wel toe aan een snelle hap. Afgaand op de bedrijfskleuren heeft Subway onze voorkeur. Na snel een 6 Inch broodje weggewerkt te hebben, vervolgen we onze wandeling. Twee bochten verder staan we al in Portman Road. De typisch Engelse programme en hamburger stands vallen direct op. We maken enkele foto’s en halen onze tickets op.


Hier moeten we zijn!

Nog voordat we de fanshop hebben bereikt, attendeert Niels ons op een grote parkeergarage tweehonderd meter verderop. ‘Het zou mooi zijn als we van daaruit een luchtfoto van het stadion kunnen maken’ luidt zijn idee. Na een kort bezoekje aan de fanshop besluiten we om zijn plan uit te voeren. Het idee hebben is één, de uitvoering is twee. En die komt al snel enigszins in gevaar als blijkt dat het geen openbare parkeergarage is, maar eigendom van een aanpalend verzekeringsbedrijf. Gelukkig heeft de dienstdoende beheerder goede zin en zegt ons toe dat één persoon naar binnen mag. Die eer is uiteraard voor de bedenker van dit plannetje weggelegd. Terwijl Niels de garage betreedt, maken wij een praatje met de beheerder. De man blijkt in Harwich te wonen en Nederland al een aantal keer bezocht te hebben, met name vanwege het ‘liberal thinking’ in ons land. Op het moment dat de man zich even later begint af te vragen of Niels een foto of een pentekening van het stadion aan het maken is, keert onze trouwe huisfotograaf al terug. Het overwinnen van zijn hoogtevrees bleek absoluut de moeite waard. Zijn commentaar op mijn parkeergedrag vergeef ik hem hierdoor ter plekke.


Portman Road vanaf de parkeergarage gezien

We bedanken de parkeergarageman en gaan op zoek naar een pinautomaat en een pub. Dat blijkt nog niet zo heel eenvoudig en nadat we een vergeefs rondje om het stadion hebben gemaakt, besluiten we het stadion maar in te gaan. Het is immers al twee uur geweest en de tijd begint langzaam een beetje te dringen, zeker als we nog wat foto’s willen maken. Als ik als laatste de smalle turnstiles heb gepasseerd, komt Guido me al enigszins euforisch tegemoet. ‘Ze hebben Foster’s!’ en daarmee is ook Guido’s dag geslaagd.  Na twee frisse flesjes Foster’s te hebben weggetikt, betreden we het stadion.


De achterkant van de hoofdtribune

De datum voor deze trip werd al een tijdje geleden geprikt, het definitief invullen van het programma liet echter wat langer op zich wachten. Toen begin januari nog steeds geen tickets te koop waren voor het duel van Ipswich tegen de Wolves, mailde ik de ticket office. Wat bleek: de wedstrijd was nog niet definitief vastgesteld omdat beide ploegen nog in de FA Cup uit kwamen. Wanneer een of beide clubs de volgende ronde zouden halen, zou de competitiewedstrijd verplaatst worden omdat in hetzelfde weekend ook de bekerronde gepland stond. Ipswich vloog er vervolgens thuis uit tegen Sheffield United, Wolverhampton maakte het spannender maar vloog er in de replay bij Swansea ook uit. Die replay werd pas op 17 januari gespeeld, tien dagen voor ons reisje. Gelukkig bleek het geen probleem tickets te krijgen en een hotel te vinden. Ipswich is ook geen Londen of Liverpool, dus dat helpt wel.

Al sinds onze aankomst in Ipswich is het begonnen met regenen en daar houdt het voorlopig niet mee op. Door de wind voelt het nog wat frisser aan, maar dat weerhoudt vele Engelsen er niet van om toch gewoon in een wedstrijdshirt of zelfs korte broek te verschijnen. De 1.890 Wolves-fans maken vooralsnog het meeste lawaai. Doordat ze net als wij op de lange zijde, de Cobbold Stand, zitten kunnen we ze goed horen.


De oude hoofdtribune

Dat de Wolves-supporters zich goed laten horen, heeft voor een groot gedeelte natuurlijk met de stand op de ranglijst te maken. Na achtentwintig gespeelde wedstrijden gaan de Wolves trots aan kop van het Championship, met maar liefst negen punten voorsprong op nummer twee Derby County. Trainer Nuno Espirito Santo heeft het dus goed voor elkaar. Doordat de Portugees maar liefst zeven landgenoten naar Wolverhampton heeft gehaald, hangt er een klein ‘Fortuna-gevoel’ rond dit team. Buiten keeper John Ruddy (ex-Norwich City) herken ik overigens geen enkele speler uit de huidige selectie van de oranjehemden. De club is dus hard op weg naar promotie naar de Premier League. Het is alweer zes jaar geleden dat de Wolves voor het laatst in die competitie actief waren. De laatste weken lijkt het iets stroever te lopen, met de uitschakeling in de beker tegen Swansea en de 0-2 nederlaag vorige week in de competitie tegen Nottingham Forest.

Ipswich Town ken ik vooral uit de verhalen over de glorieuze periode van eind jaren zeventig en begin jaren tachtig. Oud-Fortunees Frans Thijssen droeg meer dan zijn steentje bij aan die succesvolle periode van Ipswich en ook de toenmalige coach Sir Bobby Robson is een begrip in de voetbalwereld. Van laatstgenoemde en een ander clubicoon, Sir Alf Ramsey, zijn prachtige standbeelden bij het stadion geplaatst en naar beide heren is een tribune vernoemd.


Sir Bobby heeft zijn eigen tribune

Bij het bestuderen van de selectie van de Tractor Boys herken ik slechts twee spelers. Martyn Waghorn stond een aantal jaar bij Rangers in de spits en Bersant Celina werd vorig seizoen door Man City verhuurd aan FC Twente. Uit een verder verleden weten we natuurlijk dat John Linford hier zijn carrière begon. Dat onze huidige keeperstrainer Sieb Dijkstra in 1999 nog even onder contract stond, wist ik dan weer niet. Maar genoeg over de historie van Ipswich, terug naar het heden. Ipswich-coach Mick McCarthy komt vandaag zijn oud werkgever tegen. Met een twaalfde plek draait hij tot nog toe een gemiddeld seizoen. Het lijkt er dus op dat er dit jaar geen promotie in zal zitten. En daarmee blijft het seizoen 2001-2002 voorlopig het laatste jaar dat Ipswich in de Premier League uit kwam. Afgelopen week werd er met 1-1 gelijk gespeeld bij Bolton Wanderers.

Terwijl we proberen te wennen aan onze plekken, die wel erg weinig beenruimte met zich meebrengen, gaat de wedstrijd van start. Wolves is het aan zijn stand verplicht om het initiatief te nemen en doet dat dan ook. Toch noteren we de eerste kans aan de zijde van de thuisclub. Een afstandsschot van Callum Connolly wordt door Ruddy echter vrij eenvoudig gepakt. Na een kwartier spelen laat Wolverhampton zien waarom het bovenaan staat. Na een snelle en mooie combinatie via de as van het veld bereikt Alfred N’Diaye met een slim hakje zijn teamgenoot Barry Douglas. Die geeft vanaf links goed voor waarna Matt Doherty de aanval met een bekeken kopbal afrondt. 0-1 en de bijna negentienhonderd uitfans laten zich goed horen.

Wolverhampton blijft gedurende de eerste helft duidelijk de bovenliggende partij. De thuisploeg heeft het volledig aan keeper Bartosz Bialkowski te danken dat het vooralsnog bij 0-1 blijft. Nadat hij eerst een vrije trap met één hand uit het doel weet te houden, doet hij dat enkele minuten later opnieuw op zeer knappe wijze na een schot van Diogo Jota. De thuisploeg stelt daar buiten twee afstandsschoten weinig tot niks tegenover. Eerst schiet Celina vanaf de rand zestien enkele meters naast en vlak voor rust moet Ruddy optreden bij een schot van David McGoldrick. De rust wordt zo met 0-1 en weinig hoogstaand voetbal bereikt.


De teams staan klaar

Tijdens de rust zoeken we de catacomben van het stadion om een beetje op te warmen. De koude wind krijgt langzaamaan vat op ons en een kwartiertje ontsnappen daaraan is geen overbodige luxe. Terwijl we de rest van het publiek eens rustig bekijken, valt op dat de gemiddelde leeftijd van de Ipswich-supporters vrij hoog ligt. Niet dat daar iets mis mee is, maar het valt wel op. Het kan natuurlijk ook aan onze tribune hebben gelegen.

Vandaag overigens geen actiefoto’s van de wedstrijd. Niels en Michel krijgen bij bijeenkomst het vriendelijke, doch dringende, verzoek om geen foto’s van de wedstrijd te maken. Braaf als we zijn, doen we dat dan ook maar niet. We komen in eerste instantie ook voor de sfeer en het stadion, dus een ramp is het niet.

Het spelbeeld verandert aan het begin van de tweede helft niet veel. Ipswich is wel wat vaker in balbezit, maar Wolves blijft de gevaarlijkere ploeg. En als Bialkowski niet onder de lat had gestaan, was de wedstrijd waarschijnlijk al heel snel beslist. Vlak na rust tikt hij kort na elkaar twee ballen van wederom Jota uit het doel. Ipswich probeert het wel, maar lijkt vooral niet te kunnen. Wolves kan het wel, maar concentreert zich vooral op het vasthouden van de ‘nul’ en loert daarbij op een counter.

De afronding van Wolves laat vanmiddag te wensen over. Als het niet Bialkowski is die in de weg staat, dan is het wel een eigen speler. Helder Costa hoeft de bal na een goede aanval alleen maar in te tikken, maar glijdt op het moment suprême uit op het natte en daardoor gladde veld.

Naarmate de wedstrijd vordert, zakt het niveau zienderogen. Bij vlagen is het allemaal erg herkenbaar van de avond ervoor, toen Fortuna ook weinig hartverwarmende momenten ten toon wist te spreiden. Waar men in Nederland echter al snel begint te fluiten of schelden na een slechte pass of balverlies, hoor je bij Ipswich alleen een massaal ‘Ahhhhh’ of ‘Ohhhh’ van de tribunes afdalen. Het kan een momentopname zijn en wellicht is het bij bepaalde wedstrijden (bijvoorbeeld tegen buurman Norwich City) wel anders, maar Ipswich komt op me over als een hele nette club. Een eigenschap die Bobby Robson overigens ook met zich meebracht.


De tribune voor de fanatiekere thuisfans

Op het veld gaat het inmiddels van kwaad tot erger. Doordat Wolves zich terug laat zakken, krijgt Ipswich meer en meer balbezit. Helaas hebben de meeste spelers geen idee wat ze met de bal moeten. Met name het spel van rechtsback Jordan Spence doet pijn aan mijn ogen. Als hij de bal niet tegen een tegenstander aan schiet, belandt zijn pass meestal wel over de zij- of achterlijn. Hij heeft natuurlijk wel de pech dat zijn acties zich allemaal precies voor onze tribune afspelen, anders was het me waarschijnlijk niet opgevallen en had de goede man dit verslag niet gehaald.

Wolves komt twintig minuten voor tijd nog dicht bij de 0-2, maar Leo Bonatini ziet zijn schot geblokt door verdediger Luke Chambers. McCarthy zet tien minuten voor tijd alles op alles en brengt drie frisse krachten in het veld. Een van die invallers, Grant Ward, sleept in blessuretijd zowaar nog bijna een punt uit het vuur voor de thuisploeg. Ruddy verkijkt zich op een voorzet vanaf links, maar Ward ziet zijn poging vervolgens nét langs het doel gaan. Het eindigt in 0-1 en daarmee verlengt Wolves zijn koppositie en marge op de achtervolgers.

We wachten nog even totdat de het grootste deel van de 15.971 bezoekers het stadion heeft verlaten en maken dan nog enkele foto’s van het mooie Portman Road.


Ook Sir Alf Ramsey heeft zijn eigen ‘stand’

Gelukkig is het inmiddels gestopt met regenen waardoor we droog naar ons hotel kunnen lopen. Na het inchecken frissen we ons even op in de hotelkamers en wandelen een half uur later richting het centrum voor een hapje en meerdere drankjes. Het is inmiddels rond de klok van zessen en alle winkels zijn gesloten. Het is uiteraard te vroeg om op stap te gaan waardoor het heel rustig is in het centrum van Ipswich, misschien zelfs een beetje ‘doods’. We zoeken dan ook niet langer dan nodig en duiken een eenvoudig hamburgerrestaurant in om onze hongerige magen te vullen.

Na het eten gaan we op zoek naar een pub. Een prettige bijkomstigheid van het nemen van een overnachting is het feit dat ook ik na de wedstrijd  een paar pints kan drinken. Normaal gesproken mag ik me op dit tijdstip bezig houden met het eerste deel van de terugreis. Achteraf gezien een prima keuze om te overnachten, het maakt de trip een stuk relaxter dan de voorgaande dagtochten. Guido laat zijn oog vallen op The Plough, een typische Engelse pub. Ook hier wordt Foster’s geschonken, soms hebben we niet veel nodig om tevreden te zijn. We kijken op tv hoe West Brom, tot grote tevredenheid van Guido, Liverpool uit de FA Cup knikkert en amuseren ons verder met het bekijken van het uitgaanspubliek dat naarmate de avond vordert meer en meer buiten langs komt wandelen. In de pub vermaakt een live band de bezoekers met hun muziek en dat is zeker niet verkeerd. Omdat de dag voor ons toch wel vroeg begon, maken we het niet al te laat en zoeken tegen middernacht ons hotel weer op.

Slapen lukt prima na zo’n lange dag en aanzienlijke hoeveelheid bier. Na een verfrissende douche komen we verder op krachten door een goed Engels ontbijt. Niels houdt dit echter na één bordje eten voor gezien en prefereert een bezoek aan de hotelkamer voor een grote boodschap. We zien hem de rest van het ontbijt niet meer terug, dat was blijkbaar dus even goed nodig.

Voordat we de auto instappen en aan de terugreis beginnen, kijken we nog even in het haventje van Ipwich, dat aan de overkant van ons hotel is gesitueerd.


Wonen hier de rich and famous van Ipswich?

Aangezien het zondagochtend is, is het lekker rustig op de weg en de terugreis verloopt dan ook voorspoedig. Naarmate we de Dartford Crossing dichter naderen, wordt Niels stiller en stiller. ‘Kunnen we niet omrijden?’, een vraag waar hij zelf het antwoord ook wel op weet. Toegegeven, de Queen Elisabeth II brug is met haar lengte van ruim achthonderd meter en 137 meter hoogte absoluut indrukwekkend te noemen. Maar zo lang ik in de auto zit en niet op de rand hoef te staan, valt het voor mij nog goed mee. Gelukkig hoeft Niels zijn ondergoed niet te verschonen en bereiken we even voor twaalf uur de Tesco-vestiging in Dover.


De Queen Elisabeth II Bridge doemt op

Een bezoek aan Engeland is namelijk niet compleet zonder een voorraad Foster’s, chips en chocola in te slaan voor thuis. Een half uurtje later is de auto tot de nok toe gevuld en rijden we de laatste kilometers op Engels grondgebied naar de vertrekhaven. Gelukkig maakt de bus met Roemenen nu niet gelijktijdig met ons de overtocht en ook de rest van het publiek is een stuk prettiger dan op de heenreis. Met een wederom geslaagde vaart bereiken we even na vieren het vasteland en maken ons op voor de laatste etappe van dit weekend. Door een waarschuwing van onze navigatie rijden we deze keer niet via Brussel maar nemen we bij Gent de afslag naar Antwerpen. Daarbij passeren we veel AA Gent-fans die tevreden huiswaarts keren na de overwinning op streekrivaal Club Brugge.

De rest van de terugrit verloopt, op een klein inschattingsfoutje bij een tankstation na, goed. In de auto daalt de luchtkwaliteit de laatste uren overigens met de minuut. Een niet nader te noemen persoon zorgt voor een behoorlijke stank, tot groot ongenoegen van de twee passagiers op de achterbank. Dat kan natuurlijk gebeuren en zal voor de twee bankzitters geen reden zijn om de volgende keer thuis te blijven. Moe, maar zeker voldaan, bereiken we voor de klok van achten onze thuisbasis.

We kunnen dus wederom terugkijken op een geslaagde trip. We zagen een leuk stadion, hadden een goede reis, dronken in een leuke pub, sliepen in een fatsoenlijk hotel en kochten goed in voor de komende periode. En misschien nog wel het belangrijkste: we waren weer in goed gezelschap. Plannen voor een volgende trip worden natuurlijk alweer gemaakt. Wordt het dan Pompey, of toch Luton? Of misschien wel Charlton? De toekomst zal het leren, we kijken er in ieder geval nu al naar uit!