Gisteren vond de tweede informatie-avond van Fortuna Sittard van het huidige seizoen plaats, waarvan de eerste door het nieuw gevormde directieteam. In een sfeervolle locatie werd een verhaal gehouden dat een deel van de aanhang zeer zeker heeft aangesproken, voor een deel kon worden geclassificeerd als ‘oude wijn in nieuwe zakken’, maar ook voor delen bestond uit onduidelijk gegoochel met kretologie waarmee de gemiddelde voetbalsupporter bitter weinig affiniteit heeft.


Met de vorige informatie-avond nog fris in het geheugen start ik mijn auto om koers te zetten richting Kasteel Limbricht. Tijdens deze avond kwam het toenmalige bestuur aan het woord en maakte ik een eerste maal kennis met de destijds juist in dienst getreden algemeen manager Jos Alberts. Ik genoot van een avond die alles weg had van een Poolse landdag. Ik vroeg me af waarom ik in het verleden soms achteloos dergelijke avonden aan me voorbij heb laten gaan.

Ik moet toegeven dat de ontvangst met uitgestoken hand van het hoofd van de huidige directie, Martin Masset, me aangenaam verrast. Maar hij hoeft zich inmiddels niet meer aan mij voor te stellen. Immers, in een ver verleden speelden we samen in één voetbalelftal, waar hij fungeerde als doelman en ik de linkerflank afdweilde. Blijkbaar heeft hij destijds meer indruk op mij gemaakt dan andersom, al mag dat geen verrassing heten.

Aangezien het al bijna 20.00 uur is, zoek ik snel een plek in de zaal en luister naar wat de directie te vertellen heeft. En dat is heel wat.

Allereerst volgt een ronde waarin iedereen zich voorstelt. Daar waar ik Martin Masset al ken, maak ik kennis met juriste Bibi Queis en technisch directeur Kevin Hofland. Het kwartet wordt vervolledigd door Rob Hofman. Zijn rol is mij niet zo heel erg duidelijk, ken hem ook niet, maar dat duurt niet lang.

Na een korte introductieronde steekt Masset van wal en komt al gauw uit bij het familiegevoel dat hij zo mist bij Fortuna. Het gevoel dat Fortuna zo kenmerkte moet zo gauw mogelijk terugkeren en vormt de rode draad die steeds terugkomt. Enigszins gelaten hoor ik het allemaal aan. Want reeds in 2001 vertelde Theo Mommers eenzelfde verhaal. Fortuna moest en zou een ‘warm bad’ worden waar spelers graag naartoe kwam en ook supporters zich op hun gemak voelen.

Het directieteam onder leiding van Masset heeft interviews gehouden met 35 mensen die op enigerlei manier betrokken zijn bij de club, organiseerde een heidag in Slenaken en formuleerde op basis van die kennis een aantal kernwaarden, waaronder (zonder volledig te zijn) ‘gezellig’, ‘levensbestendig’, ‘open’ en ‘transparant’. ‘Het huidige Fortuna is een donut en die zijn hol van binnen. Er zit wel een chocolade laagje omheen, maar het hart ontbreekt’. Oude wijn in nieuwe zakken, wat mij betreft.

Tevens kwamen vanuit deze denktank een aantal plannen naar voren die ervoor moeten zorgen dat Fortuna de Haarlemmerolie wordt tussen de mensen in de Westelijke Mijnstreek, maar ook daarbuiten. Het terug opbouwen van de ‘Fortuna-community’ wordt gezien als cruciaal voor het slagen van de plannen. De sociale functie van de club valt niet te onderschatten en dat is juist. 2012 gaat waarschijnlijk de boeken in als het meest succesvolle jaar sinds mensenheugenis. Fortuna leeft weer onder de bevolking.

Daar waar de overheid zich op steeds meer gebieden terugtrekt geldt het verenigingsleven als een belangrijk bindmiddel in de huidige samenleving en het is een goede zaak als Fortuna zich op dat gebied meer profileert.

De manier waarop men dat denkt te gaan doen is eerder verrassend te noemen. Één van de plannen betreft het in contact komen met clubs die allemaal het ‘stamnummer 1’ dragen. De eerste professionele voetbalclub in Nederland luistert namelijk naar de naam Fortuna ’54 en dat geldt voor Notts County in Engeland, Torino in Italië en Recreativo Huelva in Spanje. Samen met deze clubs wil men een toernooi organiseren dat als eerste in Sittard wordt gehouden, maar daarna door Europa trekt.

Tevens wil men zich inzetten voor het herspelen van historische Fortuna-wedstrijden. Martin Masset garandeert een vol huis als de club erin slaagt om in de Trendwork Arena de verloren bekerfinale uit het seizoen 83/84 tussen Feyenoord en Fortuna Sittard opnieuw te organiseren. Ook wordt erover gedacht om het Britse Everton uit te nodigen voor een wedstrijd.

Mensen met een hang naar het verleden slikken dit voor zoete koek, maar mij lijkt het raadzamer dat de club zich focust op het primaire proces en genoemde ideeën pas uitwerkt op het moment dat de club weer enigszins in rustig vaarwater is gekomen.

Na Massets relaas komen Bibi Quies en Kevin Hofland aan bod. De werkzaamheden van Bibi Queis kunnen in mijn ogen lastig concreet worden gemaakt. Zij houdt zich voornamelijk bezig met juridische zaken en kan me goed voorstellen dat ze heel wat beren op haar weg tegenkomt. Tevens neemt ze de portefeuille P & O voor haar rekening. Zonder dat de naam Fred van Barneveld valt, is mij duidelijk dat zijn dossier met spoed wacht op afhandeling. Keert hij terug of verlaat hij de club? Geen idee wat het gaat worden, maar het dossier op de lange baan schuiven lijkt mij geen optie.

Kevin Hofland daarentegen richt zich op de jeugd, het beloftenelftal en de hoofdmacht. Samen met Charly Chudik en bestuurslid technische zaken Marcel Tinnemans probeert de oud-stopper terug op te bouwen wat de afgelopen jaren is afgebroken. ‘Fortuna moet weer terugkeren daar waar het thuishoort en met haar jeugdteams weer met Ajax en PSV om prijzen gaan spelen’. Ik kan het alleen maar met Hofland eens zijn, maar enig realisme is gepast. Persoonlijk denk ik dat het al een hele kluif wordt om bijvoorbeeld ervoor te zorgen dat de jeugdelftallen minimaal even hoog spelen als de jeugdelftallen van de RJO Roda JC / MVV (status onbekend), zoniet hoger.

Hofland is ook op een andere manier met de club verbonden. Samen met een compagnon geeft hij leiding aan een aantal bedrijven waarvan één zich bezighoudt met duurzaamheid is de breedste zin van het woord.

Één van de facetten waarmee hij zich bezighoudt is het ontwikkelen van voetbalstadions. Hij zit inmiddels aan tafel bij enkele gerenommeerde clubs in binnen- en buitenland die serieuze interesse hebben voor zijn plannen. Hij projecteert zijn plannen op Fortuna en verduidelijkt dat het interessant zou zijn om tegen één van de vier tribunes zonnepanelen te plaatsen.

De energie die deze panelen genereren wordt vervolgens gebruikt om het stadion (en eventueel omringende gebouwen) van energie te voorzien. En ‘s avonds dan? Geen probleem. Dan kantelt Hofland zijn panelen waardoor deze dienen als soort van projectiewand en gebruikt kunnen worden als reclameobject. Maar in Nederland regent het heel vaak, wat doen we dan? Geen probleem! Dan doet de wand dienst als vergaarbak voor regenwater. Dit water wordt gezuiverd zodat het gebruikt kan worden. En heeft de club water en stroom over, dan kan dit worden verkocht als ‘Fortuna-Energie’.

Ondertussen wordt mij ook de rol van het vierde bestuurslid, Rob Hofman, steeds duidelijker. Hofman houdt zich in het dagelijkse leven bezig met stadsontwikkeling en dan met name op een duurzame manier. ‘De huidige maatschappij leeft in hoge mate volgens het ‘take-make-dump’ principe en dat kan niet meer.’ Hofman propagandeert de cyclisch-economisch manier waarop een maatschappij zou moeten functioneren en probeert dit met enkele voorbeelden te verduidelijken.

Zo vertelt hij onder meer een verhaal over mensen die voor hun woon-werk verkeer gebruik maken van een BMW, maar met diezelfde BMW op vakantie gaan. Volgens hem is het niet verstandig om deze auto te kopen, maar is leasen een betere optie. Immers, zo blijft het vervoermiddel eigendom van de fabrikant en kan dit, als de technische of economische levensduur erop zit, worden gerecycled door deze fabrikant. Hetzelfde geldt voor een bureaustoel. De relevantie van dit verhaal ontgaat me volledig, maar hoor deze man graag praten.

Ondanks dat Hofman afkomstig is uit Noord-Drente heeft hij geen enkel probleem gehad met het zich aanpassen aan de stad Sittard-Geleen. Hij is ‘in de community opgenomen’. En die community is van groot belang. Als hij start met zijn verhaal over ‘coöperatie, K1, K2, K3’ en daar een adviesraad aan koppelt haakt het merendeel van de zaal af. ‘K3, dat zijn de ouders van jeugdspelers, K2 zijn sponsoren en K1, dat zijn grote sponsoren, de grote jongens. Elke ‘K’ heeft haar eigen statuten’.

Ook wil men aanhaken bij Brainport 2020. Dit is een initiatief van de vaderlandse overheid teneinde de regio Zuidoost-Nederland te ontwikkelen tot koploper in de internationale kenniseconomie. Voor Zuid-Limburg is hiervoor het Chemelot-terrein aangewezen. De in gang gezette brain drain wordt hierdoor een halt toegeroepen en hiervan kan de club gaan profiteren. Sporting Limburg initiator Léon Frissen zal het met plezier lezen. We schreven er al over in onze column ‘Feiten graag’.

Ook de gemeente moet onderdeel gaan uitmaken van deze community. Fortuna is namelijk het grote uithangbord van de gemeente Sittard-Geleen en als de gemeente aanhaakt vallen er grote voordelen te behalen. Ik zie Pieter Meekels al meewarig met zijn hoofd schudden, want dit gaat geheid geld kosten en warempel. Het bestuur is voornemens met de gemeente om tafel te gaan zitten teneinde het stadion te kopen en dit in een bepaalde constructie beschikbaar te stellen aan de club.

Hierdoor zal de club in staat zijn om het stadion maximaal te gelde te kunnen maken. Momenteel vloeien er nog te veel gelden weg die Fortuna juist goed kan gebruiken in haar voornemen om weer een financieel gezonde BVO te worden.

En dat gezonde, daarvan is totaal geen sprake. Sterker nog, een enkeling in de zaal heeft waarschijnlijk meer geld in zijn of haar beurs dan Fortuna op haar bankrekening. Het huidge banksaldo bedraagt € 200 en daar moet men de hele maand nog mee zien uit te komen. Erger nog, voordat de maand november om is zou eigenlijk € 200.000 op tafel moeten komen, teneinde de meest nijpende problemen te kunnen oplossen.

En daar wringt de schoen. De plannen zijn prachtig, maar de realiteit van vandaag is anders. De financiële nood is dusdanig hoog dat de mogelijkheid bestaat dat de winterstop niet wordt gehaald. Zijn daar partijen bij gebaad? Nee, zeker niet, al houdt het geduld van mensen soms op.

De openheid waarmee het nieuwe bestuur de aanwezigen tegemoet treedt valt te prijzen. Het laat ook duidelijk zien in welk moeilijk parket zij zich bevinden. Enerzijds trekken ‘prangende’ crediteuren aan hun mouw, anderzijds proberen zij een veelbelovende lange termijn visie uit te rollen. Maar, om met Rob Hofmans woorden te spreken: ‘Opgeven is GEEN optie’.

Tijdens elke mercato houd ik vol spanning de media in de gaten. Welke speler gaat de selectie nu weer versterken? En telkens hoor ik iemand van de club de verwachtingen temperen. ‘Met een lege beurs is het lastig winkelen’ is een veelgehoorde opmerking. Ik vraag mij al jarenlang af hoe de club erin gaat slagen om die beurs van uienleer in te ruilen voor een dikgevulde portefeuille. Ook na vanavond is me het antwoord op die vraag onvoldoende duidelijk.

Om met de woorden van Sjraar Cox, vice-voorzitter van de Brainport 2020-commissie, te eindigen: ‘Een nieuw bijbel is makkelijk geformuleerd, nu is het tijd om spijkers met koppen te slaan en de mouwen op te stropen’.

COYS,

Michel Hennen