Een paar keer per jaar worden wij overvallen door onvervalste heimwee naar de voetbalcultuur uit onze jeugd. En dan is er maar één remedie: een kuur in het Oosten volgen. Helaas moeten we steeds grotere afstanden afleggen om geschikte kuuroorden te vinden, want ook Duitsland is in Sache Fussballkultur de laatste tien jaar niet aan modernisering ontkomen. Betonbakken met sintelbanen zijn verbouwd tot Arena’s, de sfeer op de tribunes wordt niet meer bepaald door mopperende mannen van middelbare leeftijd, maar door altijd en immer naar Dauersupport strevende Ultra’s. Maar gelukkig zijn er in Duitsland nog steeds genoeg plaatsen te vinden waar de liefhebber van de ouderwetse voetbalcultuur zijn hart kan ophalen…


Zeker in de voormalige DDR, waar de meeste clubs financieel en sportief gene gelijke tred hebben kunnen houden met hun rivalen uit West-Duitsland. Tijdens onze korte vakantie is Weimar in Thüringen de eerste uitvalsbasis. Weimar dankt zijn faam aan Goethe, Schiller, Herder en Wieland, de eerste Grote Vier uit de wereldgeschiedenis. Met name Johann Wolfgang van Goethe was een briljante alleskunner, die echter de pech had in een verkeerde tijd te leven. Toen Goethe in 1832 stierf, was er van voetbal immers nog geen sprake. Waar de legendes van Franz Beckenbauer, Hans-Peter Briegel en Bastian Schweinsteiger over enkele eeuwen nog springlevend zullen zijn, zal de arme Goethe verschrompelen tot een voetnoot in de joods-christelijke beschaving. Ach, wat had er van een man met het potentieel van Goethe kunnen worden wanneer hij in de juiste tijd geleefd had! Misschien had hij zelfs Louis van Gaal naar de kroon gestoken!


Gera: Stadion der Freundschaft

Weimar heeft in Sache Fussballkultur niet veel te bieden. Onze PKW passeert het Wimaria Stadion, dat uit niet meer dan een stenen hoofdtribune bestaat. Daar moeten we het mee doen. Ook Gera, de stad die we bezoeken, staat niet direct bekend als een Fussballhochburg. Maar hier in het oosten van Thüringen ligt tenminste wel een volwaardig stadion. Een typisch stadion uit de jaren vijftig met een sintelbaan, in een aarden wal gebouwde betonnen tribunes en alleenstaande overkapte hoofdtribune met daaronder kleedlokalen en andere voorzieningen.


De hoofdtribune van het Stadion der Freundschaft

Het Stadion der Freundschaft is recent goed onderhanden genomen. De hoge heggen waartussen de ring achter de tribunes loopt, zijn perfect gesnoeid, het betonrot heeft geen vat gekregen op de tribunes, het gras is goed gerold en de onoverdekte zitplaatsen zijn stukken schoner dan de kuipjes in de Trendwork Arena. Zelfs de Anzeigetafel, waarvan er dankzij de realsozialistische Wirtschaftsplanung aan het einde van de jaren zeventig een stuk of duizend geproduceerd lijken te zijn in de DDR, glinstert als fonkelnieuw in de zon.


Dankzij de BuGa ligt alles er netjes bij

De perfecte staat waarin het stadion verkeert, heeft alles te maken met de Bundesgartenschau die in 2007 in Gera is gehouden. Op het netjes aangeharkte terrein van de BuGa past natuurlijk geen vervallen symbool van vriendschap tussen de volkeren. Vandaar de opknapbeurt, waarvan de voetballiefhebbers van Gera overigens amper kunnen profiteren. Zowel de voormalige DDR-Oberligist Wismut Gera als rivaal 1. FC Gera 03 spelen tegenwoordig op een dermate laag niveau en voor zo weinig toeschouwers dat het niet loont het grote stadion met een capaciteit van 16.000 toeschouwers af te huren. Het blijft een opmerkelijk verschijnsel in Duitsland dat clubs uit relatief grote steden (Gera heeft 150.000 inwoners) vaak veel moeite hebben zich op een acceptabel niveau te handhaven.

Erfurt: Steigerwald-Stadion

Dag twee van ons uitstapje in Thüringen voert ons naar het Steigerwald-stadion in Erfurt. Het is meteen het hoogtepunt van onze reis, want hier staat vandaag een heuse Ostderby op het programma. Op de tweede speeldag in de 3. Bundesliga neemt Rot-Weiss Erfurt het op tegen Hansa Rostock. En dat is niet zomaar een wedstrijd. Beide clubs behoorden vroeger tot de vaste waarden in de Oberliga van de DDR. Turbine Erfurt werd in 1954 en 1955 landskampioen, Hansa Rostock werd in 1991 de allerlaatse kampioen van de DDR. Vandaag, zondag 1 augustus, komen beide clubs elkaar voor het eerst sinds twintig jaar weer tegen in competitieverband.En daar lopen de Oost-Duitse voetballiefhebbers massaal voor uit. 12.519 mensen willen de wedstrijd zien en die hebben lang niet allemaal een kaartje in de voorverkoop gehaald. We voegen ons dus maar in de rij voor een van de spaarzame kassahuisjes. Het is iets over enen, de wedstrijd begint om twee uur, voor ons staan een man of veertig, dus geen enkel probleem. Met tien minuutjes moeten we hier weg zijn.


Geduldig in de rij voor het kassahuisje

Maar dan blijkt dat we het Kartenverkaufsystem van Rot Weiss schromelijk overschat hebben. De verkoop van een paar kaartjes blijkt soms wel meer dan vijf minuten te duren. Terwijl de rij achter ons gestaag groeit, zijn wij zelf na een half uur amper dichter bij het loket gekomen. Het meisje achter het tweede loket, bestemd voor het afhalen van gereserveerde kaarten, zit intussen duimen te draaien. Langzamerhand begint ook bij de van nature lijdzame Duitsers de onrust toe te nemen. Maar reclameren helpt niet, hier is geduld aangezegd. Na drie kwartier zijn we eindelijk aan de beurt. We nemen zwei Stehplätze en lopen snel door naar de Südkurve achter de goal.

De staantribune is goed gevuld, maar niet overvol. We kiezen een plaats bij de hoofdtribune, ver verwijderd van de Ultra’s. De wedstrijd staat op het punt van beginnen, maar de ervaring heeft ons geleerd dat er tijdens Duitse wedstrijden spielerisch eigenlijk nooit iets bijzonders gebeurt. In het volste vertrouwen dat we niets zullen missen, gaan we dus eerst het stadion goed bestuderen.


De hoofdtribune van het Steigerwald-Stadion met voor de schaatsliefhebbers op de achtergrond de Gunda-Niemann-Stirnemann-Halle!

Ook het Steigerwald-Stadion is een sintelbaanstadion, maar wel één met de nodige karakteristieke kenmerken. De hoofdtribune met de hoge overkapping van wit zeil gespannen over houten dwarsbalken, gebouwd in de jaren negentig, is het meest bijzonder. Maar ook de zwaar naar voren hellende lichtmasten vallen direct op. Mooi zijn ook de volgroeide bomen op de ring die bovenlangs de Kurve loopt.


De Anzeigetafel doet zijn werk

Het Steigerwald-Stadion is sinds de opening in 1931 herhaaldelijk verbouwd. Daardoor wordt het niet geplaagd door de saaie uniformiteit die heerst in veel van dit soort sintelbaanstadions, maar ook in veel van de nieuwe arena’s. Overigens is niet alleen het aanzicht, maar ook de naam van het stadion regelmatig veranderd. De huidige naam, een verwijzing naar het nabijgelegen bos, draagt het stadion sinds 1992. Daarvoor heette het jarenlang het Georgij Dimitroff Stadion, naar een Bulgaarse communist. Maar wat was er eigenlijk mis met de oorspronkelijke naam van het stadion? Ik kan mij weinig mooiere namen dan der Mitteldeutsche Kampfbahn voorstellen.

Op het veld is intussen inderdaad nog niets gebeurd. Zowel Rot Weiss als Hansa spelen erg gedisciplineerd en houden het veld klein. Omdat het tempo net iets te hoog ligt voor de technische kwaliteiten van de spelers, is er veel balverlies. De wedstrijd speelt zich vooral af op het middenveld. Erfurt toont de eerste helft nog de meeste ambitie, maar van uitgespeelde kansen is geen sprake. Op de tribunes winnen de 1500 meegereisde Rostocker de wedstrijd in Dauersupport van de Erfurter Ultra’s. Ze zingen wat minder vaak, maar wel met meer volume.

De rust gebruiken wij om ons te goed te doen aan een Thüringer Rostbratwurst. Waar de kaartverkoop niet uitblonk in efficiëntie, loopt de verkoop en distributie van Rostbratwursten als gesmeerd. We gaan in de rij staan en nog geen vijf minuten later genieten we van een zwartgeblakerde Rostbratwurst die samen met de nodige curry in een hard broodje is geklemd. Een logistieke prestatie van formaat.


In de rij voor de Thüringer-Rostbratwürsteverkaufstelle


Dat ziet er lekker uit!

De tweede helft heeft niet veel meer te bieden dan de eerste. De thuisclub zakt zowel op het veld als daarnaast naar een bedenkelijk niveau. Het dieptepunt wordt bereikt wanneer de Ultra’s de reserves van Rostock het badinerend bedoelde ‘Ihr seit nur Auswechselspieler…’ gaan toezingen. Dat hebben we niet meer gehoord sinds ons bezoek aan de SpVgg Unterhaching in 2003. (‘Ein Dorf ist ein Dorf ist ein Dorf ist ein Dorf,’ liet de tegenstander uit Augsburg toen volkomen terecht per Spruchband weten).


Erfurter Ultra’s

Naarmate de wedstrijd langer duurt, begint Hansa beter te spelen. De ploeg krijgt een paar behoorlijke kansen. Acht minuten voor tijd geeft de scheidsrechter na een duw- en trekpartij een penalty wegens hands tegen Erfurt. De bal vliegt er feilloos in. Wat volgt is een Erfurter slotoffensief dat ons in zijn machteloosheid wel erg bekend voorkomt. Bij Fortuna zitten we de wedstrijd dan uit in de vergeefse hoop op een wonder, hier in Erfurt besluiten we het voor gezien te houden.


Hansa gaat over tot kontrolierte Offensive

Achter de omheining van het stadion blijkt het nog gezellig druk. Een paar oudere mensen kijken over het hek geheel umsonst naar de wedstrijd en er loopt ook nog wat volk uit Kategorie C rond. In het spoor van een ervaren Erfurter met een indrukwekkende Kutte lopen we terug naar het Hauptbahnhof. Ook daar is het gezellig druk: Erfurter fans, nieuwsgierige passanten en vooral een heleboel politie-agenten wachten op de Rostocker aanhang die met de trein via Magdeburg terug richting Ostsee moeten. Zelf vertrekken we naar onze volgende bestemming: Dresden.

Dresden: Rudolf-Harbig-Stadion

Dresden is de thuishaven van de club die naast Hansa Rostock de grootste aanhang van Oost-Duitsland heeft. De in 1953 opgerichte Sportgemeinschaft Dynamo Dresden was ten tijde van de DDR een grootmacht. In het verenigde Duitsland slaagde Dynamo er echter niet in zich op het hoogste niveau te handhaven. De club zakte zelfs even naar het vierde niveau en moet zich nu alweer jaren tevreden stellen met een verblijf op het derde niveau. De thuiswedstrijden werden daar het afgelopen jaar door gemiddeld 14.000 mensen bezocht.

Niet slecht, maar in verhouding tot de roep van de club niet eens bijzonder veel. Dynamo staat in heel Duitsland bekend om zijn fanatieke en soms ook gewelddadige aanhang, die het voortdurend met iedereen aan de stok heeft: met de politie, met de aanhang van de tegenstander, met de clubleiding, met de spelers, met het stadsbestuur, met elkaar. Zo heftig als in 2002, toen 1500 Dynamo-fans na de derby tegen de Dresdner SC 200 politie-agenten te lijf gingen, zal het niet snel meer worden, maar ontspannen is het in Dresden eigenlijk nooit. De passie van de fans kan bij Dynamo mede door gebrek aan sportieve prestaties snel in frustratie omslaan.

Ook in Dresden moest een nieuw stadion de club eindelijk in de vaart der volkeren opstuwen. Aan de Loréstrasse heeft het oude stadion met zijn bescheiden hoofdtribune en krakkemikkige kantine plaatsgemaakt voor een nieuw stadion waarvan de architectuur inmiddels gerust dertien in een dozijn genaamd mag worden.


De facade van het Rudolf-Harbig-Stadion

We zien een rechthoekige betonnen bak die van binnen versierd is met gele stoeltjes en aan de voorzijde voorzien is van een glinsterende facade van donker glas. Zoals dat bij nieuwe stadions hoort, is het uiteraard niet mogelijk binnen een kijkje te nemen. Alle hekken zijn gesloten. De fanshop is wél open, maar het overwegend geel-zwarte karakter van de artikelen roept geen lust tot kopen op.


Ook in Dresden heeft de betonindustrie goede zaken gedaan

Zeven jaar geleden waren we hier ook, maar afgezien van de naam Rudolf-Harbig-Stadion is hier niets hetzelfde gebleven. Of nee, wacht even. Waar vroeger de oude Fankurve liep, staat een van de duizend exemplaren van de DDR-Anzeigetafeln nog steeds op zijn plaats. Maar waar de Anzeigetafel vroeger trots boven de tribunes uittoornde, staat hij nu in de schaduw van een tribune die hem de rug heeft toegekeerd. Veel succes heeft het nieuwe stadion Dynamo tot nu toe nog niet gebracht. De club is nog steeds een middenmoter in de 3. Bundesliga en verkeert opnieuw in zware financiële problemen.

Dresden: Ostragehege

Gelukkig ligt er in Dresden ook nog een stadion waar de moderne tijd geen vat op heeft gekregen. Iets ten noorden van het centrum, vlakbij de Elbe, ligt het Heinz-Steyer-Stadion, dat beter bekend is als het Ostragehege, de naam van het sportcomplex waar het deel van uitmaakt. En dat is een stadion zoals we het graag zien: in verregaande staat van verval, met een enigszins chaotisch geconstrueerde hoofdtribune, met gras dat tussen het beton uitkomt, met roestige toegangspoortjes en natuurlijk met een heuse DDR-Anzeigetafel. Het is amper voor te stellen dat hier tien jaar geleden nog op hoog niveau gevoetbald mocht worden. En het is helemaal niet voor te stellen hier ooit 65.000 mensen naar een wedstrijd gekeken hebben. Dat was in 1935 bij de interland tussen Duitsland en Tsjechoslowakije.


De lange zijde

Tegenwoordig worden er nog maximaal 5.000 toeschouwers toegelaten, maar dat is meer dan genoeg voor de vaste bespeler van het stadion. De Dresdner SC speelt namelijk in de Bezirksliga, het achtste niveau. De club was na de oprichting in 1898 de grootste club van Dresden en werd twee keer bekerwinnaar en twee keer kampioen van Duitsland. Eén van de grote mensen achter het succes was aanvaller Helmut Schön, de latere bondscoach van West-Duitsland. In de jaren dertig en veertig gingen er regelmatig meer dan 50.000 mensen naar het Ostragehege om onder de rook van een als moskee vermomde sigarettenfabriek naar DSC te kijken.


De fraai ontworpen hoofdtribune

Maar na de oorlog was het gedaan met de club. In de ogen van de bezettingsmacht was de club een “bürgerlicher Verein und Symbol feudaler Cliquenwirtschaft”. De Sovjets verboden de club. Een doorstart onder de naam SG-Friedrichstadt was geen lang leven beschoren: deze club werd in 1950 gedwongen opgeheven en Schön en veel medespelers namen de wijk naar West-Berlijn.


Ook aan Rolf Töpperwien en zijn camereman is gedacht

Daarna bleef het lang stil om Dresdner SC, maar na de ineenstorting van het communistisch regime werd een poging gewaagd om via een heroprichting en een fusie met een andere vereniging weer aan te haken bij het roemruchte verleden. De club aan een opmars door de liga’s, die uiteindelijk zou eindigen op het derde niveau in de Regionalliga. Maar DSC bleek niet in staat een bres te slaan in het Dynamo-bolwerk dat Dresden sinds de jaren vijftig was geworden. De club trok te weinig toeschouwers en de commerciële basis bleek te smal. Na een paar faillissementen op rij zakte de club diep weg in de krochten van het Duitse voetbal.


Het bewijs dat het socialisme in Oost-Duitsland wel degelijk reëel geëxisteerd heeft: geen stadion zonder elektronische Anzeigetafel!

Het bezoek aan het Heinz-Steyer-Stadion is de afsluiting van een geslaagde Ostalgierundfahrt. Laat de glitter en glamour van de Champions League en de Premiership maar weer over ons heenkomen: we zijn voorlopig weer resistent.

PM