Polen. Het land van loodgieters, oldstyle hooligans, Johannes Paulus II en Don Leo. Het land van Tomek Iwan en bijna het land van Ronald Dassen. Het land van het Europees Kampioenschap in 2012. En natuurlijk het land waar Fortuna het hoogtepunt uit zijn geschiedenis bereikte. Zo’n land vraagt om een bezoek van Fortuna Online. We maken een rondtocht langs de grote clubs van Krakau en Warschau en bezoeken de plaats waar in de nabije toekomst het Nationaal Stadion van Polen moet verrijzen.


Wisła Kraków

Zeven november 1984. De return in de tweede ronde van de Europa Cup voor Bekerwinnaars tussen Wisła Kraków en Fortuna Sittard is nog geen minuut oud, wanneer Arthur Hoyer het belangrijke uitdoelpunt voor Fortuna scoort. Na de 2-0 overwinning in eigen huis (doelpunten van Hoyer en Theo van Well) staat Fortuna met één been in de volgende ronde. Andrzej Iwan en Michał Wróbel brengen Wisła nog voor de rust op voorsprong, maar het blijft 2-1. Fortuna haalt de kwartfinale en overwintert als enige Nederlandse club in Europa. Beter zou het nooit meer worden. Het glorierijkste moment uit de clubgeschiedenis beleeft Fortuna in Krakau.

Het is dus niet verwonderlijk dat wij, aangekomen in Krakau, geen oog hebben voor de prachtige Lakenhal en de Mariakerk, maar meteen oprukken in westelijke richting naar het Wisła-stadion. Wisła speelt al sinds de oprichting in 1906 in de buurt van het Jordan Park, nog geen half uur wandelen van de stad. Het oorspronkelijke stadion van Wisła overleefde de oorlog niet, waarna de club uitweek naar de locatie van de speedwaybaan. Rondom die baan werden midden jaren vijftig tegen een aarden wal nieuwe betonnen onoverdekte staantribunes opgetrokken, die plaats boden aan 35.000 toeschouwers. Daarna veranderde er tot in de jaren negentig nauwelijks iets aan het stadion.


Het laatste restant van het stadion waarin Fortuna in 1984 de kwartfinale van de EC II haalde

Sinds een zes jaar wordt het stadion ingrijpend verbouwd. Van het oude stadion zijn alleen de nep-classicistisch torens en trappen van de oude hoofdtribune bewaard gebleven. Het veld is gedraaid, de speedwaybaan is verdwenen en aan de lange zijden zijn grote zittribunes gebouwd. Aan beide korte zijden moeten nog nieuwe tribunes verschijnen, zodat het stadion uiteindelijk uit 25.000 overdekte zitplaatsen zal bestaan.

De gemeente heeft het Wisła-stadion goed afgesloten. Er staat geen poortje open. Daardoor kunnen we alleen van buitenaf een blik werpen op het stadion. Doordat alle hoeken open zijn, krijgen we toch nog een redelijke indruk. Het stadion oogt modern functioneel, maar niet sfeerloos. De huidige capaciteit van 20.000 toeschouwers voldoet prima voor Wisła, dat gemiddeld zo’n 10.000 mensen trekt.


Het stadion van Wisła: een haast onneembare vesting.

Dat lijkt niet veel, maar Wisła behoort daarmee toch tot de populairste clubs van Polen. Dat is overigens al zo sinds de oprichting. Wisła heeft de rumoerige Poolse geschiedenis goed doorstaan. Tijdens het communisme kon het rekenen op patronage van de politie, na de omwenteling investeerden zakenlieden voor Poolse begrippen veel geld in de club. Met tien landskampioenschappen (waarvan de helft behaald sinds 1999) en vier bekerwinsten heeft Wisła dan ook een goed gevulde prijzenkast. Bijzonder detail: het wapen van Wisła is een witte ster tegen een rode achtergrond. Snel weg hier.

Cracovia Kraków

Tomasz Rząsa en Karol Wojtyła. Beide verdedigden ooit de kleuren van Cracovia Kraków, beiden zouden internationale faam verwerven. De eerste werd één van de vele tragische helden in de Kuip, de tweede verkoos het Vaticaanstad boven Rotterdam en verwierf wereldfaam onder het pseudoniem Johannes Paulus II. Rząsa is in Polen in de vergetelheid geraakt, maar Wojtyła is er nog steeds huge. Op elke plaats waar hij is geweest, wordt de herinnering aan hem levend gehouden met een standbeeld, een plaquette, een foto of een waxinelichtje. Om de reputatie van de man in het juiste perspectief te plaatsen: zelfs Leo Beenhakker kan niet in zijn schaduw staan.

Het is dus niet verwonderlijk dat het bestuur van Cracovia het stadion van de club ter nagedachtenis aan de trouwe supporter na diens dood het Stadion imienia Jana Pawła II wilde noemen. Maar dat ging behoudende rooms-katholieken in de stad net iets te ver. Misschien was de timing van het besluit ook wat ongelukkig: een week na een flinke veldslag rond het stadion tussen supporters van Cracovia en Legia Warschau. Nog even is overwogen het stadion dan maar het Stadion imienia Józefa Piłsudskiego te noemen, naar de legendarische maarschalk die in 1920 de bolsjewieken van uit Polen verdreef. Ook dat ging uiteindelijk niet door, zodat het stadion nog steeds het stadion Cracovii heet.

Het stadion van Cracovia wordt slechts door een grote grasvlakte gescheiden van dat van de aartsrivaal. Hemelsbreed liggen beide stadions nog geen kilometer van elkaar. Erg bijzonder is het stadion Cracovii, dat dateert uit 1936, niet. Opvallendste kenmerk is de wielerbaan, die inmiddels aan één lange zijde plaats heeft moeten maken voor een nieuwe tribune en op den duur helemaal zal verdwijnen. Het stadion kent een redelijk grote, deels overdekte hoofdtribune (de vervanger van een prachtige houten tribune die in de jaren zestig is afgebrand), een bescheiden zittribune aan de lange zijde en kleine staantribunes in de curven achter de goal. De capaciteit bedraagt nu 6.000 toeschouwers, maar wordt na verbouwing uitgebreid tot 10.000. Meer dan genoeg voor de 4.000 toeschouwers, die gemiddeld op een wedstrijd afkomen.


Het stadion van Cracovia: gratis naar de wedstrijd kijken lijkt hier niet erg moeilijk.

Cracovia is kleiner dan Wisła, maar heeft wel een rijke historie. De vereniging werd in 1906 opgericht en mag zich de oudste nog bestaande Poolse club noemen. De club werd vijf keer landskampioen, maar zakte vanaf de jaren zestig ver weg richting derde klasse. Pas de laatste tien jaar is de club weer in opmars. Met het geld van ComArch, een internationaal softwarebedrijf uit Krakau, heeft de club weer het hoogste niveau bereikt. Op het afgelopen seizoen zullen de supporters met bijzonder veel plezier terugkijken. Cracovia werd vierde in de eindrangschikking en hield Wisła achter zich.


Inderdaad, de hoofdsponsor heet ComArch

Op weg naar de bushalte passeren we eerst een houten keet waarin de clubshop van Cracovia gevestigd is en vervolgens een houten kiosk waar pivo wordt geschonken. De Tyskie gaat er bij de tropische temperaturen die in Krakau heersen uitstekend in.

Polonia Warszawa

Ten noorden van het stadscentrum, aan de Konwiktorska, ligt sinds 1928 het stadion Polonii, de thuishaven van Polonia Warszawa. Polonia (van 1911) is een trotse vereniging met een sterk patriottische inslag. De Czarne koszule (zwarthemden) waren voor de oorlog de populairste club van Warschau, werden in 1946 zelfs landskampioen, maar gingen sinds de jaren vijftig door diepe dalen. Het stadion lag midden in het deel van Warschau dat door de nazi’s tijdens de oorlog met de grond gelijk werd gemaakt. De nieuwe inwoners van Warschau, immigranten uit door de Sovjet Unie geannexeerde gebieden van het vooroorlogse Polen, hadden geen binding met de club en kozen voor de succesvollere teams van Legia en Gwardia (de inmiddels weggezakte politieclub).


Bij Polonia wordt een mooie zittribune uit de grond gestampt…

Aan de Konwiktorska werd wel een nieuw stadion gebouwd, maar de oude tijden van weleer herleefden niet. Net als voor Cracovia, ook een club met een sterk patriottische inslag, bracht de Wende in 1989 ook voor Polonia een sportieve ommekeer. De club promoveerde weer naar de hoogste klasse en werd in 2000 zelfs landskampioen. De laatste jaren gaat het weer minder goed. Grote sponsors zijn afgehaakt en de club degradeerde naar de tweede klasse, waar ze het afgelopen seizoen voor gemiddeld 3.000 toeschouwers zijn wedstrijden afwerkte.


…maar de rest van het stadion blijft een beetje achter.

Maar mogelijk zitten er weer betere tijden aan te komen. Een projectontwikkelaar investeert in een modernisering van het stadion, die momenteel in volle gang is. De nieuwe hoofdtribune, waarvan de bouw vergevorderd is, ziet er alvast veelbelovend uit. Maar we zijn wel benieuwd of er achter de goals ook nog tribunes worden gebouwd. Anders oogt het nieuwe stadion wel erg Belgisch: al het geld is in één grote tribune gestoken, de rest is niet interessant.

Legia Warszawa

Legia werd in 1916 opgericht door frontsoldaten die dienden in het leger van de al eerder genoemde maarschalk Józef Piłsudski. De club kende zwierf de eerste jaren van zijn bestaan langs de garnizoenssteden om de soldaten ontspanning en vermaak te bieden. Na het einde van de oorlog tegen de Russen vestigde de club zich in 1921 permanent in Warschau. Legia speelt sinds de jaren dertig op het hoogste niveau, maar werd pas in de jaren vijftig één van de grootmachten van het Poolse voetbal. De club werd acht keer kampioen en twaalf keer bekerwinnaar. In 1970 haalden de Wojskowi (militairen) de halve finale van de Europa Cup I, waarin ze verloren van Feijenoord.

De huidige faam van Legia is vooral te danken aan zijn hooligans, die hun marktwaarde afgelopen zomer aanzienlijk versterkten met een professioneel uitgevoerde pitch invasion in het stadion van FK Vėtra. Wedstrijden van Legia gaan dan ook gepaard met de nodige politie-inzet. Dat blijkt wanneer wij het stadion bezoeken en er toevallig net een wedstrijd van het tweede elftal aan de gang is. De politie bewaakt de hoofdingang, het uitvak, de parkeerplaats en een weg die achter langs het stadion richting een park loopt. En dat alles voor zo’n honderd toeschouwers. We willen de wedstrijd best even bekijken. Maar een clubcard van Legia aanvragen om hun tweede elftal tegen het tweede van Łódzki KS te zien spelen, gaat ons net iets te ver.


Een drukte van belang bij Legia, want het tweede speelt.

Dat betekent dat we het stadion aan de rand van het Łazienki Park, waar Legia al sinds 1926 speelt, alleen van buiten kunnen zien. We kijken vanaf de zijkant tegen de hoofdtribune, een grote overdekte zittribune waaronder zich ook de kleedlokalen, sponsorruimten en kantoren bevinden. Aan overkant ligt de onoverdekte zittribune waarvan de ultras tijdens wedstrijden van het eerste elftal bezit nemen. Beide tribunes zijn in de jaren negentig gebouwd. Aan de korte zijden is al veertig jaar niets veranderd. Betonnen onoverdekte staantribunes lopen in curven achter het doel door. Ook het Stadion Wojska Polskiego imienia Marszałka Józefa Piłsudskiego (het Maarschalk Józef Piłsudski Stadion van het Poolse Leger) heeft in vroeger tijden een sintelbaan gehad.


Het supportershome van Legia.

Ook bij Legia liggen omvangrijke nieuwbouwplannen op uitvoering te wachten. De club wil voor zo’n zestig miljoen euro een geheel overdekt twotier stadion met 32.000 zitplaatsen bouwen. Wanneer de plannen werkelijkheid worden, beschikt Legia over een indrukwekkende accommodatie. De vraag is echter hoe die verbouwing terugverdiend moet worden. Legia is één van de populairste clubs van het land, maar trekt gemiddeld net iets meer dan tienduizend toeschouwers. Dat lijkt amper voldoende om een stadion van deze omvang te financieren.


Stadion Dziesięciolecia

De grootste stadionontwikkeling in Polen moet nog van start gaan. Dat is de bouw van het Nationaal Stadion in Warschau, dat een capaciteit van 63.000 toeschouwers krijgt en waar de openingswedstrijd van het Europees Kampioenschap 2012 moet worden gespeeld. Bij de UEFA begint men zich langzamerhand enige zorgen te maken over de vorderingen van de nieuwbouw. De vergunningen zijn nog niet afgegeven, lokale en nationale overheid zijn het oneens over de financiering, Polen kampt met een ernstig gebrek aan gekwalificeerde bouwvakkers (die verdienen hun geld allemaal in West-Europa; leve de Europese Unie!). Bovendien moet er op de plek van het stadion nog het nodige sloopwerk plaatsvinden.

Om zelf polshoogte te nemen, reizen we met de tram naar het stadsdeel Praga. Daar, aan de oostelijke oever van de Wisła, ligt het Stadion Dziesięciolecia Manifestu Lipcowego (oftewel het Stadion van de Tiende Verjaardag van het Juli Manifest). Door de week is het hier een drukte van belang, want dit is het terrein van de Jarmark Europa. Duizenden verkopers, voor een groot deel afkomstig uit de voormalige Sovjetrepublieken, handelen hier in dvd’s, honden, sigaretten, merkkleding en wapens. De Poolse autoriteiten proberen al jarenlang op te treden tegen de voornaamste uitwassen van de grotendeels illegale handel, maar durven vanwege het grote economische belang van de bazaar geen grootscheepse opruiming te houden.


Opgang naar het Stadion Dziesięciolecia

Op deze zondagmiddag is de markt gesloten en horen wij slechts het geritsel van plastic in de wind en de ondefinieerbare achtergrondgeluiden van de drukke stad. We lopen zo’n honderd meter langs gesloten houten marktkramen over een opgang naar het stadion. Via een onderdoorgang komen we op de ring rondom de tribunes. Het verval is hier al goed zichtbaar, maar niets bereidt ons voor op wat we aantreffen na de beklimming van de toegangstrappen van de tribunes.


En ook de betonnen tribunes blijken vruchtbare grond.

We kijken van bovenaf in een gigantische betonnen bak van door onkruid overwoekerde tribunes. Alles is hier verwaarloosd en vervallen, maar in het midden ligt een perfect onderhouden grasmat.


Het gras ligt er perfect bij.

Het stadion Dziesięciolecia heeft een korte, maar bewogen geschiedenis gekend. Het was de locatie voor voetbalinterlands en voor andere sportevenementen zoals de Vredeskoers, maar vooral ook het decor voor propagandabijeenkomsten van de Communistische Partij. Het stadion was in 1968 ook de plaats van een dramatische verzetsdaad, toen de boekhouder Ryszard Siwiec zichzelf in brand stak uit protest tegen de inval van het Warschau Pact in Tsjechoslowakije.


Sanitaire voorzieningen in Oostblokstijl

Het stadion (met een officiële capaciteit van 71.000 toeschouwers, maar bij sommige gelegenheden bevolkt door 100.000 mensen) was weliswaar imposant, maar slecht bestand tegen de tand des tijds. In 1983, nog geen dertig jaar na de opening, moest het stadion vanwege bouwtechnische problemen voor het publiek gesloten worden. Sindsdien dient het geen enkel doel en ligt het te wachten op zijn sloop. De sfeer is op deze stille zondagmiddag, waar een Britse groundhopper en wat politieagenten het enige gezelschap vormen, lichtelijk unheimisch. De gedachte dat hier een over vijf jaar een moderne arena staat kan amper postvatten.

Peter Meijers