“Ik zit er nu een jaar in, maar ‘t lijken er vier”, merkt voorzitter Van Liemt op. Na een jaar spitsroeden te hebben gelopen stelt hij in het seizoen 70/71 de ambities wijselijk bij. De financiële positie van Fortuna SC is broos en hij vermoedt dat het vier à vijf jaar gaat duren vooraleer de club organisatorisch op een niveau komt waarop het verantwoord is het woord ‘eredivisie’ in de mond te nemen.
Op het veld is Evert Teunissen de nieuwe trainer. Hij komt over van Heracles. Hij ziet de verdedigers van het eerste uur Peter Benen (einde spelerscarrière) en Alouis Rutten (naar Caesar) vertrekken. Hij haalt er Frans ‘Jung’ Roemgens (van Willem II) voor terug. Verder maken twee verdedigers intern promotie naar het eerste elftal: Huub Pfennings en Huub Stevens. Ook Jan Lauers – omgeturnd tot verdediger – is beschikbaar in de achterhoede. Twee middenvelders van het eerste uur verlaten de club: Chris Coenen (einde spelerscarrière) en Jan Hermans (einde spelerscarrière). Teunissen voegt twee middenvelders toe aan zijn selectie. Chris Jansen komt over van de jeugdschool van Go Ahead; Paul Driessen stroomt intern door. Fortuna SC verkoopt opnieuw zijn topscorer uit het afgelopen seizoen – ditmaal Gerd Schunk (naar FC Den Bosch‘67), terwijl ook Jan Boekestein (einde spelerscarrière) vertrekt. Als opvolgers legt Fortuna SC Herman Böhm (van Alemannia Mariadorf), Herman ‘Sipke’ Jacobs (van Racing White) en Istvan Pauliczek (van KSV Waregem) vast. Uit de jeugd schuift aanvaller Fred van Barneveld door.
De opvolgers van Gerd Schunk hebben het lastig, want Fortuna SC scoort moeilijk. Fortuna gaat de winterstop in op plek veertien – vier punten boven de degradatiestreep. Geen cijfers om over naar huis te schrijven. In de tweede competitiehelft gaat het iets beter en Fortuna SC eindigt de competitie als tiende. Met slechts 25 doelpunten in 30 competitieduels is de oorzaak van de malaise evident. Jo Geyselaars kroont zich met zes competitietreffers tot topscorer. Des te opvallender zijn de prestaties in het bekertoernooi. Fortuna SC verslaat NAC (eredivisie), SVV (eerste divisie) en GVAV (eerste divisie) op weg naar de halve finale die op neutraal terrein in ‘s-Hertogenbosch wordt gespeeld tegen eredivisionist Sparta. De Rotterdammers winnen met 4-1.
Naast het veld zijn er de naweeën van de contractbreuk door slechts twee in plaats van drie seizoenen beurtelings in Geleen en Sittard te spelen. De gemeente Geleen is dat nog niet vergeten. In mei 1971 zitten de drie jaar erop en kan Fortuna de zeshonderdduizend gulden waarvoor de gemeente Sittard en de gemeente Geleen garant stonden aanspreken. Aangezien FSC zich slechts hield aan twee derde van de afspraak, wenst de gemeente Geleen slechts twee derde van de garantie ter beschikking te stellen: tweehonderdduizend gulden. Echter, Geleen vermoedt dat die wens juridisch lastig af te dwingen valt.
Fortuna SC doet een geste om deze zaak op te lossen. De club eist de driehonderdduizend gulden van Geleen op, maar besluit honderdduizend gulden terug te betalen over een periode van tien jaar. De gemeente Geleen gaat daarmee akkoord. Omdat Fortuna SC nog 24.000 gulden tegoed heeft aan subsidies van de gemeente Geleen, blijft er een netto schuld van 76.000 gulden over. De gemeente Sittard stelt wel de volledige driehonderdduizend gulden ter beschikking en besluit Fortuna SC ook een jaarlijkse subsidie van honderdduizend gulden te verstrekken voor de eerste vijf seizoenen. Fortuna SC kan weer vooruitkijken.
