De wedstrijd MVV – Fortuna Sittard stond weer op het programma. Naast de strijd òp het veld, werd er ook een extra-sportieve strijd gevoerd tussen fangroeperingen van beide clubs náást het veld. Hierbij de versie van de Lateral Boys…


‘Bij Toutatis!’, gilde Asterix tegen Obelix en zijn metgezel Idefix in het uitvak tijdens MVV – Fortuna Sittard, verleden seizoen. Bij opkomst van beide équipes werd aan de overzijde de tekst ‘Us sjoen Mestreech gestiech door de Romeinen’ plus een levensgroot spandoek ontrold. Het feit dat er volgens TIFO Fortuna United ‘maar één club in Limburg is’ en wij Lateral Boys het principe ‘Zitterd Allein’ hanteren stak hier maar schril tegen af.

Maar, alles goed en wel, wie denken die Romeinen wel dat ze zijn? Ze kunnen wel denken vanuit Mosa Trajectum heel Gallië aan te kunnen, maar dat is toch een misvatting van jewelste! Die bewuste avond hebben we duidelijk onze meerdere moeten erkennen in die dekselse Romeinen. Toegegeven, Julius Caesar heeft het aardig voor elkaar in Mosa Trajectum. Hij heeft met Juventus, wiens cape steevast rechthangt, een veldheer aangesteld die redelijke resultaten kan overleggen. Desondanks kunnen we hem in ons kleine Gallische stadje, 35 kilometer verderop nauwelijks serieus nemen. Zijn vreemde haardracht en zijn dito accent zijn daar mede debet aan. Maar toch, de 11 Romeinen voerden Juventus’ strijdplan die avond naar behoren uit, de paar duizend everzwijnen op de tribunes hiermee tevreden stellend.

Al met al werd het dus een zeer teleurstellende avond. Daar kon ook de redelijke steun van de aanwezigen in het uitvak weinig meer aan veranderen. Kakofonix spoorde de mensen nog wel aan, maar helaas, het had geen enkele invloed op het resultaat. Min of meer ter plekke werd al nagedacht over een tegenactie. Het plan was om middels een list te laten zien dat Julius Caesar en zijn onderdanen best vanalles mogen vinden, roepen en wat dies meer zij, maar dan wel met uitzondering van dat kleine Gallische stadje. Van Asterix, Obelix, Idefix en al die andere Galliërs is men nog niet af!

Het oorspronkelijke plan komt erop neer om met iedereen samen uitvoering te geven aan het plan. Na enige tijd te hebben besteed aan denkwerk wordt een eerste maal bij Panoramix aangeklopt. In het dagelijks leven snijdt deze eerbiedwaardige druïde met zijn gouden snoeimes maretak dat als hoofdingrediënt dient voor zijn befaamde toverdrank; de toverdrank waar nu aan wordt gedacht is geheel andersoortig. ‘Ô druïde, we hebben je hulp nodig om een toverdrank te maken waarmee we de Romeinen met gelijke munt kunnen terugbetalen’, zo zegt Asterix. Panoramix gaat met de ideeën aan de slag, maar geeft meteen al mee dat het lastig zal worden om geheel aan de eisen te kunnen voldoen.

Naarmate de tijd verstrijkt neemt de spanning toe. Asterix, Obelix en zijn metgezel Idefix horen maar niks van Panoramix aangaande de al dan niet gemaakte vorderingen. Ondertussen wordt het tijdstip bekend waarop de toverdrank af moet zijn. Complicerende factor hierbij is dat men zich in toenemende mate zorgen maakt over het uitlekken van de plannen. Dat Catastrofus kennis heeft van de plannen bevordert de discretie alvast niet. Wat te doen als op het moment suprème zou blijken dat Acidchloridix ongemerkt Julius Caesar heeft ingeseind? De enige oplossing zien Asterix, Obelix en Idefix in het raadplegen van Heroïx. Heroïx is tenslotte het stamhoofd en zal toch zeker de oplossing voorhanden hebben? Ondanks dat Heroïx al enkele maanden niet meer is gesignaleerd in het kleine Gallische stadje, geniet hij nog immer groot aanzien en diens mening wordt zeer gewaardeerd.

Na het overseinen van rooksignalen is het duidelijk geworden dat Panoramix opnieuw geïnstrueerd zal moeten worden. Daar waar het oorspronkelijke plan het bereiden van vele liters toverdrank behelsde, voorziet het nieuwe plan in de aanmaak van een aanzienlijk kleinere hoeveelheid. Na enige uitleg van de kant van Asterix, Obelix en Idefix gaat de druïde aan de slag. Met zijn gouden snoeimes snijdt hij de maretak, maar verzamelt in het bos ook nog vele andere planten en voegt hier enige kruiden aan toe. Hij brengt dit alles samen in zijn grote ketel en roert dit zorgvuldig door elkaar. Het is aan de competentie van Panoramix te danken dat er snel resultaat wordt geboekt. ‘Asterix, Obelix en Idefix, luister goed naar me’, zo steekt hij van wal. ‘Ik zal de toverdrank in drie drinkflessen gieten, zodat het geheel minder bewerkelijk wordt. Indien jullie nog hulp nodig hebben, laat het even weten’.


Panoramix heeft zijn deel van het werk gedaan…

Naast de toverdrank zijn er nog een aantal zaken onontbeerlijk om het plan kans van slagen te doen geven. De dagen nadien wordt een bezoekje gebracht aan Hoefnix. Hij zal de drie vrienden de ontbrekende materialen leveren. Vanuit de werkplaats van Hoefnix wordt koers gezet naar Mevrouw Nestorix. Zij heeft beloofd Hoefnix’ halffabrikaat verder te bewerken op haar weg naar eindproduct. Belofte maakt schuld. Mevrouw Nestorix kwijt zich uitstekend van haar taak en niet veel later kunnen Asterix, Obelix en zijn vaste metgezel Idefix aan de slag.


De middenbeuk ligt klaar om bewerkt te worden…

Het blijkt een arbeidsintensief werk en menig uurtje wordt gespendeerd in de ruimte achter het winkeltje van Borderix. Gelukkig is in deze periode Heroïx komen opdagen in het Gallische stadje, zodat hij ook een kleine bijdrage aan het geheel kan leveren. ‘Bij Belenos’, is zijn reactie bij het zien van onze plannen, ‘De hemel zal nog eerder op ons hoofd vallen dan dat jullie dat afkrijgen vóór 3 november!’. Na één avondje houdt Heroïx het dan ook voor gezien, al smult hij wèl van de gevoerde discussies. ‘Rood’, bromt Asterix. ‘Nee, geel!’, roept Obelix, terwijl Idefix op de achtergrond iets onverstaanbaars blaft.


De held van het verhaal met zijn bovenmenselijke kracht begint vorm te krijgen…

Asterix is het meest trouw van de drie. Overdag is hij druk in de weer met het houwen van Menhirs, maar in zijn vrije tijd trekt hij avond na avond naar de ruimte achter het winkeltje van Borderix. Omdat er een strak tijdschema is opgesteld, komt ook Walhalla een enkele keer meehelpen. Ook Mevrouw Nestorix is niet te beroerd om vlug nog een handje toe te steken.

Na ongeveer 150 uur noeste nijverheid is het dan zover: de toverdrank is af! Julius Caesar heeft in de vorm van Centurio inmiddels een andere veldheer aangesteld, maar hij beschikt nog immer over vrijwel hetzelfde Romeinse leger. Oppassen dus voor ons Galliërs, want de strijd zal zwaar worden. Toch, de toverdrank zou de dappere Gallische strijders juist die befaamde onoverwinnelijkheid moeten geven: aux armes!


Aux Armes! (tegen de rode ster)

Na enige tijd beginnen de contouren van de strijd zich af te tekenen. De hoop vooraf was groter dan het aantal punten nadien. Maar, ô dappere Galliërs, ‘verloren’ betekent nog niet ‘verslagen’!