Vergeten en vergeven Deel 3

In 1984 sloeg Fortuna een grote slag op de transfermarkt. Het haalde de door meerdere clubs begeerde aanvaller Wout Holverda binnen. Holverda, een goaltjesdief in de stijl van Ronald Hamming, had de seizoenen daarvoor naam gemaakt als topscorer van Sparta. Zijn carrière bij Fortuna zou minder voorspoedig verlopen. Ik herinner me Holverda tenminste minder om zijn doelpunten dan om de immer aanwezige witte bandage om zijn bovenbeen.


Toen Holverda in 1984 trainer Bert Jacobs nareisde van Rotterdam naar Sittard, werd er eigenlijk maar één ding van hem verwacht. Holverda, klein van stuk, gedrongen en met een blond permanentje, moest voor doelpunten gaan zorgen. Zijn voorganger in de spits, Huub Smeets, was daar in zijn laatste seizoen in de Baandert niet echt in geslaagd. Bovendien werd Smeets door de supporters verguisd om zijn arrogante uitstraling en zijn vermogen op de meest ongelegen momenten de grootste kansen te missen. Niemand was er rouwig om dat Smeets moest vertrekken en niemand twijfelde eraan dat Holverda het stukken beter zou doen.

Die twijfels bleven ook uit toen Holverda in de voorbereiding nauwelijks scoorde. De doelpunten zouden vanzelf wel komen en bovendien speelde hij door lichte blessures nog maar op halve kracht. Het werd allemaal wat pijnlijker toen de doelpunten ook in de competitie uitbleven. Na zes wedstrijden had Holverda nog geen enkele keer gescoord en bungelde Fortuna ergens onderaan. Holverda had nog wel het nodige krediet, maar hier en daar begon er ook kritiek te komen. Sommige supporters meenden zelfs dat de spits van het tweede elftal, Roger Houtackers, maar een kans moest krijgen. (Roger Houtackers is een verhaal apart; laat ik hier volstaan met de opmerking dat Houtackers alles had wat Pascal Averdijk ook heeft, maar dan in het kwadraat.) Daarnaast toonde de witte bandage die wedstrijd na wedstrijd zijn bovenbeen sierde aan dat de lichte liesblessure tamelijk hardnekkig was.

Wedstrijden lang droog staan, onuitgesproken twijfels bij de supporters, de eerste lichte fluitconcerten vanaf de tribune, de trainer die krampachtig de moed erin houdt: iedere spits zal de omstandigheden herkennen waarin Holverda verkeerde toen hij na zeven wedstrijden nog geen enkele keer gescoord had voor Fortuna. Op woensdag 3 oktober stond de achtste wedstrijd van het seizoen op het programma: de return in de eerste ronde van de Europa Cup II. Uit tegen KB Kopenhagen had Fortuna verdienstelijk 0-0 gespeeld, nu was het zaak in de Baandert de zaak af te maken. Ondanks de matige prestaties in de competitie hadden we er het volste vertrouwen in. Met 11.000 toeschouwers op de tribune zat de sfeer er goed in. Zeker nadat Marotte-zanger Peter Eijkenboom in een legendarisch optreden vanaf een stellage in de middencirkel Loeënde Klokke en Zitterd Allein ten gehore had gebracht.

Fortuna speelde matig. Het ontbrak de ploeg aan zelfvertrouwen. Kwalitatief was Fortuna echter stukken sterker dan KB Kopenhagen. Fortuna had het initiatief, maar grote kansen bleven uit. Totdat Wout Holverda tien minuten voor rust vrij voor de keeper werd gespeeld. Het publiek hield zijn adem in. Het was zo’n moment waarop er meer op het spel stond dan alleen het doelpunt zelf. Een misser zou het vertrouwen in Holverda verder doen afbrokkelen en hem nog dieper in de put brengen. Het was ook zo’n moment waarop de ware goalgetter opstaat en zijn rug recht –denk aan Ronald Hamming afgelopen seizoen tegen RBC. Holverda schoot de bal hard en feilloos langs doelman Ole Quint.

Het leek de bevrijdende goal. En de eerste tekenen wezen er op dat Holverda zijn oude vorm inderdaad hervonden had. In de tweede helft tegen Kopenhagen zou Holverda de 3-0 aantekenen. Een paar dagen later volgde uit tegen NAC zijn eerste competitiedoelpunt, twee weken later maakte hij uit tegen Eindhoven voor de beker een hattrick. En weer een week later zou hij twee doelpunten maken tegen FC Den Bosch. Zeven doelpunten in vijf wedstrijden: Holverda begon te doen wat we van hem verwacht hadden.

Maar helaas was het daarmee gedaan. Hij scoorde pas weer in maart, zijn vierde en laatste competitiedoelpunt van dat seizoen. De twee seizoenen daarna zou het er, mede door veel blessureleed, allemaal niet veel beter op worden. Uiteindelijk zou hij in 76 wedstrijden voor Fortuna 17 keer scoren. Te weinig voor een aanvaller die zijn rendement toch vooral uit zijn doelpunten moest halen. Want al was Holverda een redelijk meevoetballende spits, hij was geen echte aangever voor de andere spitsen of een aanspeelpunt zoals Jeffrey. Het was dan ook niet echt verrassend dat zijn contract na drie seizoenen niet verlengd werd. Holverda zou vervolgens nog drie jaar spelen voor Haarlem, waar hij de vorm uit zijn Sparta-tijd evenmin kon benaderen.

Holverda was in feite de eerste grote miskoop van Fortuna. Toch werd hij door de supporters nooit weggehoond zoals bijvoorbeeld Huub Smeets of Sigi Lens. Misschien doordat de aandacht van zijn falen werd afgeleid door de vele doelpunten van Arthur Hoyer en John Linford. Misschien ook omdat Holverda een bescheiden jongen zonder vedetteneigingen was. Maar ik denk toch vooral door de gevoelens van medelijden die bij ons werden opgeroepen door zijn handelsmerk: de witte bandage.

PM