In de voorbereiding op het seizoen 05/06 lijkt Tom Daemen buiten de basis te gaan vallen. In de eerste competitiewedstrijd begint hij op de bank, maar mag in de tweede helft invallen. Eerst belandt een mooie stiftbal op de lat, maar even later is het via een prachtig schot dan toch raak. De belangrijke treffer kantelt de wedstrijd en Fortuna wint uiteindelijk met 3-2. Hopelijk een voorbode voor de wederopstanding van Fortuna en ook Tom Daemen. We vragen ons direct af hoe de carrière van de nog steeds pas 20-jarige speler tot nu toe is verlopen…


Je bent pas 14 jaar en in de krant verschijnt een bericht dat PSV je wilt hebben. Hoe gaat zoiets in zijn werk en hoe ga je daar mee om?
‘Ik heb dat krantenartikel ook nog thuis. Ik kan me nog goed herinneren dat dhr. Van Tilburg belde. Ik wist toen niet wie die man was en mijn vader heeft het gesprek gevoerd met die man. Van een zaakwaarnemer was op 14-jarige leeftijd nog geen sprake. Uiteraard was ik zeer vereerd dat PSV mij wilde hebben, maar Fortuna speelde destijds nog Eredivisie. Aangezien Fortuna toch mijn club was en nog steeds is, heb ik vrij snel aangegeven dat ik bij Fortuna wilde blijven en voor Fortuna in de Eredivisie wilde voetballen.’

Heb je achteraf geen spijt van die keuze?
‘Nee, daar heb ik nooit spijt van gehad. Ik ben hier in de buurt opgegroeid en heb de hele jeugdopleiding doorlopen. Fortuna is en blijft mijn club en als ik de keuze van toen nu opnieuw zou moeten maken, zou ik weer voor Fortuna kiezen. Natuurlijk zijn er dingen anders gelopen dan ik verwacht had. Maar spijt heb ik nooit gehad.’

Als in 2002 voor de eerste keer financiële problemen aan het licht komen, moet je als 17-jarige ineens overstappen naar het eerste elftal. Hoe verliep de overgang van de jeugd naar het eerste elftal? In principe sloeg je het tweede elftal over.
‘Ik was er niet op voorbereid. Ik was in principe B-speler en zou eerstejaars A-speler worden. En dan ineens wordt je medegedeeld dat je je moet melden bij het eerste elftal. Maar ik werd gelukkig goed opgevangen. Er werd niet op me neer gekeken omdat ik zo jong was. In het begin toen ik meetrainde waren jongens als Dennis Krijgsman en Fritz Emeran er nog bij. Daar heb ik toch wel veel van opgestoken.’

Wil je zeggen dat je van Dennis Krijgsman veel kon leren?
‘Nou, pas op. Krijgsman kon echt wel goed voetballen. In de wedstrijden heeft hij het misschien niet laten zien, maar op trainingen zag je toch echt dat hij goed kon voetballen.’

In hoeverre is het belangrijk dat je ervaren spelers om je heen hebt?
‘Ik denk dat het zeker belangrijk is dat je spelers in je team hebt die het voetbal als het ware laten leven. Ook in het kader van mijn overgang vanuit de jeugd naar de selectie was het belangrijk. In de jeugd had ik, met name in balbezit, heel veel vrijheid. Als de bal op links was, wilde ik ook op links zijn. Was de bal op rechts, rende ik weer naar rechts. Bij het eerste werd er meteen op gehamerd dat iedereen vanuit zijn positie en zijn taak blijft spelen.’

Wordt je dan niet snel in je creativiteit geremd en denk je dat het typisch Nederlands is om mensen vanuit hun taak te laten spelen?
‘In principe wordt je wel beperkt in je creativiteit. Maar je leert er ook een hoop van bij. Door als elftal goed positioneel te spelen, kun je meer in balbezit komen en krijg je toch weer mogelijkheden om iets te laten zien. Bij bijvoorbeeld Brazilië en Portugal krijgen bepaalde spelers zoals Ronaldinho, Ronaldo, Figo en Deco heel veel vrijheid. Maar de rest van het team moet dan wel goed spelen om in dienst te kunnen spelen van die spelmakers.’

Werd er in de jeugd ook om jou heen gebouwd en speelden andere spelers in dienst van jou?
‘Ik denk niet dat er specifiek spelers voor mij speelden. Iedereen kreeg toch zijn eigen opdrachten en ik dus ook. Het liep toen gewoon echt lekker. Ik speelde op het middenveld en Prince (Rajcomar, red.) speelde in de spits. We schoten er allebei een stuk of twintig in per seizoen en waren een echte ‘angstgegner’ voor clubs als Ajax en PSV. We speelden om de kampioenschappen mee en bereikten de bekerfinale, die helaas tegen Willem II werd verloren.’

Was het raar dat je plotsklaps de jongste speler in het betaalde voetbal werd hierdoor? Je zag jezelf ineens terug in kranten en op televisie. Was dit niet vreemd?
‘Vooral in het begin met de eerste open dag en de eerste keer in de krant en op de televisie, was dit inderdaad erg wennen. Maar wel leuk natuurlijk. Vooral omdat ze bij mij in het dorp (Bingelrade, red.) allemaal meeleven. De inwoners zijn toch trots dat een jongen uit hun ‘kleine’ dorp bij een betaald voetbalclub speelt. Inmiddels woon ik niet meer in Bingelrade, maar ben nog wel vrijwel elke zondag in de kantine van de plaatselijke voetbalclub te vinden.’

Wat is er zo speciaal aan Bingelrade?
‘Alle jongens met wie ik ben opgegroeid, wonen er nog steeds. De meesten studeren of werken wel, maar komen vrijwel elke dinsdag, vrijdag en zondag naar de club (BVC’28, red.) om gezellig bij te praten of om wat te darten. Vandaar dat ik ook geregeld daar aanwezig ben.’

Onder Hans de Koning speelden jullie in het seizoen 02/03 een prima tweede seizoenshelft. Waarom is die stijgende lijn nooit doorgezet?
‘Ik heb daar ook nooit een echte reden voor kunnen vinden. Waarschijnlijk speelden de nieuwe problemen bij de club een rol. Toen bekend werd dat de club bleef bestaan werd er champagne gedronken in de kleedkamer en viel er van iedereen een last van de schouders. Dat merkte je ook op het veld. Toen vervolgens de problemen weer opnieuw naar boven kwamen, werden de prestaties ook weer minder. Eigenlijk is het heel jammer dat we die opwaartse lijn die er was, niet hebben kunnen voortzetten, want we hadden best een goede groep. Ook vind ik het jammer dat sommige jongens, die inmiddels vertrokken zijn, niet echt hebben kunnen laten zien wat ze in hun mars hadden.’

Je speelde zelf ook prima hetgeen resulteerde in een uitverkiezing voor de vertegenwoordigende elftallen van Oranje. Dat de mensen waarmee je toen samenspeelde afgelopen zomer het jeugd WK speelden, hoe was dat om op televisie te zien?
‘Dat was zeker balen. Op keeper Kenneth Vermeer (Ajax, red.) na heb ik met alle jongens samengespeeld. De eerste wedstrijd zag ik op t.elevisie. Dat viel nog wel mee, maar daarna heb ik alle wedstrijden live in de stadions gevolgd. Toen kreeg ik echt koude rillingen en heb me verbeten dat ik niet zelf op het veld stond. Maar dat was deels ook aan mezelf te wijten. Ik had geen goed jaar gedraaid. Het speelde misschien ook een rol dat Fortuna onderaan de Eerste Divisie stond. Wellicht keken de trainers daar wat minder naar. Bovendien moet je ook een beetje geluk hebben met de bondscoach. Eerst zagen de trainers het allemaal wel in me zitten, maar toen Wim van Zwam kwam werd dat minder. Later kwam Foppe De Haan en ben ik er eigenlijk nooit meer bij geweest.’

Hoe kan het dat het geregeld op het veld niet goed gaat met Fortuna?
‘Ik vind dat we best een goed voetballende ploeg hebben, alleen komt het er in wedstrijden niet uit. Zo een wedstrijd als tegen Emmen mag natuurlijk nooit meer voorkomen, dat was een wanprestatie. Het is dan ook terecht als de supporters kritiek hebben. Fortuna mag sowieso blij zijn met zo’n trouwe supportersschare. Ik denk dat onze supporters wel bij de trouwste van de Eerste Divisie horen. Wat het voetballen betreft, denk ik dat we vaak niet durven. We zijn bang om acties te maken en elkaar in te spelen. We denken teveel aan balverlies. Misschien is dat er de afgelopen jaren met veel nederlagen ingeslopen, maar het zal er toch een keer uit moeten.’

Wat is je favoriete positie in het veld?
‘Het liefst speel ik aanvallende middenvelder. Op die plaats kan ik de verdedigende middenvelder van de tegenstander opjagen en bovendien de spitsen met passes bedienen.’

En op rechtshalf waar het begin vorig jaar goed ging?
‘Toen had ik het geluk dat vrijwel elke voorzet werd afgerond. Binnen tien wedstrijden stond ik al op acht assists. Maar mijn sterkte ligt niet aan de buitenkant, in de as kom ik beter tot mijn recht.’

Je gaf zelf een tijd geleden aan dat je linkerbeen, je snelheid en wendbaarheid verbeterd moeten worden. Heeft dat er ook mee te maken dat je op rechtshalf niet optimaal uit de voeten komt? En hoe werk je aan deze zwakke punten?
‘Inderdaad, ik moet op rechts rekening houden met die punten. Vanuit de aanname moet er meteen een voorzet komen. Op woensdag hebben we doorgaans een vrije dag. Dat is een mooie gelegenheid om voor jezelf extra te werken aan je zwakke punten. Ik combineer dan meestal krachttraining met wat veldtraining.’

Is dat de manier op een stapje hogerop te komen?
‘Jazeker. Eén van mijn kwaliteiten is mijn vrije trap. Vorig jaar is er geen enkele ingegaan en daar baal ik van. Als het dan niet lukt, is het moeilijk om toch te blijven oefenen. Maar juist door dat oefenen kun je het vertrouwen weer terug krijgen. Normaal gesproken moet ik er per seizoen een stuk of vier maken vanuit een vrije trap.’

Je contract loopt aan het eind van dit seizoen af. Wat zijn je plannen voor volgend jaar? Zijn er wel eens mogelijkheden geweest om te verkassen? Wat is precies het verhaal rondom de interesse van Hapoel Bnei Sakhnin, vorig jaar zomer?
‘Ik wil het maximale uit mijn carrière halen. En wat dan de juiste beslissing is, moeten we nog bekijken. Ik vind Fortuna nog steeds een hele mooie club en speel hier graag. Ik wil graag hogerop, als het kan met Fortuna. Mede daarom is het belangrijk dat we het elftal weer aan het draaien krijgen. Vorig jaar na de oefenwedstrijd tegen Hapoel Bnei Sakhnin vroeg hun manager het nummer van mijn zaakwaarnemer. Dat heb ik wel gegeven, maar ik heb meteen ook aangegeven dat ik een overstap naar Israël niet direct zag zitten. Wat moet ik nu in Israël? Ook voor een pak geld zou ik dat niet doen. Het is toch niet geweldig om met een kogelvrij vest over straat te moeten. Misschien als je aan het eind van je loopbaan bent en je nog één of twee jaartjes wilt uitvoetballen zoals de broertjes De Boer in Qatar, kies je echt voor het geld. Maar als jonge speler moet je dat nooit doen.’

Zie je het zitten om net als Rajcomar of El Gaaouiri een stap voorwaarts te zetten?
‘Als je naar een ‘grotere’ club gaat moet je vantevoren wel helder proberen te krijgen wat ze met je van plan zijn. Als ze je alleen maar halen om het tweede elftal op te vullen en toch geen plaats in het eerste voor je zien, dan heb je helemaal niks aan zo’n overstap. Het is belangrijk om zoveel mogelijk te voetballen, daarom zal je zo’n beslissing goed moeten overdenken.’

Je zegt dat je moeilijk tegen je verlies kunt. Ben je dan bij Fortuna wel op je plaats?
‘Omdat ik niet goed tegen mijn verlies kan, wil ik juist extra dat het weer beter gaat met Fortuna. In de jeugd was het overigens nog erger, toen lag ik soms te huilen op het veld na een nederlaag. Gelukkig verloren we in de jeugd niet zo vaak. Het veel verliezen begon pas toen ik bij het eerste kwam. Het blijft elke keer weer een klote gevoel als je verliest. Daarom moeten we ook snel zorgen dat het winnen weer normaal wordt, want verliezen kan en mag dat nooit worden.’

Wat zijn de doelstellingen dit seizoen voor jezelf?
‘Ik wil dit seizoen weer laten zien wat ik kan. Daarom was ik ook zo kapot van die nederlaag tegen Emmen, omdat ik toen duidelijk niet liet zien wat ik kan brengen. Ik wil met Fortuna goed voetbal laten zien, zelf zo goed mogelijk presteren en zo hoog mogelijk eindigen.

Is het niet een beetje naïef om te denken dat je door een voetballende oplossing te kiezen in de Eerste Divisie hoog kunt eindigen? Er zijn veel clubs met fysieke kracht waar je het dan toch tegen aflegt. Een goed voorbeeld daarvan is Emmen.
‘Toch denk ik dat je met goed veldspel die fysieke kracht van de tegenstander kunt overwinnen. Fysiek sterke spelers die het puur van de kracht hebben, krijgen het tegen echt voetballende ploegen moeilijk. Helaas komt dat goede veldspel er bij ons nog niet uit. Maar vorig seizoen zag je in wedstrijden tegen voetballende ploegen zoals Sparta dat we ons daaraan optrekken en ook beter gaan voetballen.’

Werkt het niet demotiverend om in vrijwel lege stadions te spelen?
‘Natuurlijk is het prachtig om in een uitverkocht stadion voor een groot publiek te spelen. Maar bij Fortuna vind ik het stadion niet leeg. Er zitten toch elke wedstrijd een aantal duizend mensen die speciaal voor ons komen. Het is gewoon een groot stadion voor Eerste Divisie begrippen. Als we een stadion zoals bijvoorbeeld in Helmond hadden, zat het altijd ver vol.’

Aan de spiegel van je auto hangt een mini-dress van Paris Saint Germain. Is dat je droomclub?
‘Paris Saint-Germain is voor mij altijd een speciale club geweest met zoveel uitstraling en prachtige shirts. Er spelen altijd goede spelers zoals Okocha, Ronaldinho en Pauleta. Ze hebben prachtige jaren gehad, de afgelopen seizoenen waren minder, maar hebben nu weer een goede start. Die club blijft voor mij de mooiste in het buitenland.’

Ralf van Laar / Michel Hennen