Naam: Joep Op den Kamp
Geboortedatum: 22-01-1985
Geboorteplaats: Weert

 

 

 

 

Staat van Dienst (tot 18-10-2007):

Periode Club Trainers Wedstrijden Doelpunten
….-2004 Fortuna Sittard (jeugd)
2004-…. Fortuna Sittard Dekker, Korver, Wisman 84 4
Totaal 84 4

Als we terugkijken naar je debuut bij het eerste elftal, viel op dat jij één van de weinige jongens uit de eigen jeugd bent geweest die die stap eigenlijk zonder ernstige terugval heeft weten te maken. Waar heeft dat in jouw geval aan gelegen?

“Ik heb inderdaad wel een aantal terugvalletjes gehad. Maar op het moment dat die er waren, ben ik er vol voor blijven knokken door mijn wedstrijden in het tweede te spelen om zo mijn vorm terug te krijgen. Ik denk dat het met mentaliteit te maken heeft, mezelf blijven inzetten en ervoor willen blijven gaan.”

Rechtsback, centrale verdediger, (verdedigende) middenvelder. Je hebt eigenlijk op al die posities naar behoren gepresteerd. Maakt het jou zelf uit waar je precies speelt?

“Ja, eigenlijk wel. In de beginfase was het vooral belangrijk dat ik speelde. Maar naarmate je meer wedstrijden speelt, wil je toch op je eigen positie spelen en dat is centrale verdediger. Het is ook dit seizoen voorgekomen dat ik om taktische redenen als verdedigende middenvelder heb gespeeld en dan doe ik dat ook graag. Ik vind het wel fijn dat ik nu niet meer van de ene plek naar de andere ga waardoor je een soort ideale twaalfde man wordt.”

Momenteel sta je centraal achterin, mijns inziens kom je daar het best tot je recht. Ik vind bovendien dat de samenwerking met vooral Zarko Grabovac uitstekend verloopt. Hoewel er natuurlijk ook vast mensen zijn die mijn mening niet zullen delen, denk ik dat juist jullie het niveau bepalen. Een spits mag kansen missen, maar als jullie een mindere of slechte dag hebben, wordt het een stuk moeilijker. Kijk maar naar MVV uit.

“Dat klopt. Op die plaats kom ik gewoon het beste tot mijn recht. Sinds de winterstop van afgelopen seizoen, dus zo’n driekwart jaar, speel ik nu samen met Zarko en we doen het niet onverdienstelijk. Eigenlijk nog langer, want we hebben ook vaak samen op die posities gespeeld in het tweede elftal. We luisteren goed naar elkaar en ook het coachen gaat goed, maar het kan inderdaad allemaal nog wel beter. Als verdediger is het nou eenmaal zo dat een persoonlijke fout vaak een tegendoelpunt oplevert. Een spits kan een paar kansen missen, maar als hij er eentje inprikt, is het goed. Achterin moet het gewoon goed staan en dienen we op en top geconcentreerd te zijn en een spits kan genoeg hebben aan een moment om een wedstrijd te beslissen, maar dit is inherent aan de positie.”

In hoeverre heeft de wedstrijd tegen MVV invloed gehad op het vervolg van de competitie?

“Dat was natuurlijk een heel slechte wedstrijd. Als groep hebben we er een hele week ook specifiek naartoe geleefd. We begonnen nog wel aardig, maar daarna zakte het erg snel weg. Na die wedstrijd heb je toch revanchegevoelens om iets recht te zetten. Uiteraard wil je iedere wedstrijd winnen, maar misschien was juist die wedstrijd wel een impuls waardoor we tot een goede serie zijn gekomen.”

Je bent voor de (meeste) supporters erg makkelijk in de omgang. Hoe is die verhouding naar de trainers en je collega-spelers  toe?

“Over het algemeen ben ik wel redelijk gemakkelijk, in ieder geval geen vervelende jongen. Ik kan met iedereen goed overweg. Als ze mij respecteren, respecteer ik anderen ook.”

Je oogt ook erg bescheiden, in ieder geval dusdanig dat je liefst niet op de voorgrond treedt. Daarentegen ben je wel erg open over je eigen prestaties en verstop je je niet voor kritiek. Ik weet me bijvoorbeeld nog onze eerste thuiswedstrijd tegen FC Omniworld te herinneren. Slechts 1 speler liet toen zijn gezicht zien in het supportershome.

“Ja, dat klopt. Ik weet niet of ik toen de enige was, maar het was geen goede wedstrijd van mij. Ik ben inderdaad rustig en bescheiden, maar wel kritisch naar mezelf toe. Ik zal niet zo snel iets van een ander zeggen, maar eerst naar mezelf kijken. Als ik slecht heb gespeeld, vind ik niet dat ik iets over anderen moet gaan roepen. Dat vind ik ook een sterk punt van mijzelf. Maar het moet natuurlijk ook niet zo zijn dat ik daarin te makkelijk word, opdat zij mij kunnen gaan afvallen, omdat zij denken “Joep steekt de hand toch wel in eigen boezem”. En gelukkig gebeurt dat ook niet, maar je moet er wel voor waken. Maar de waardering van spelers en trainers naar mij toe is er zeker.”

In de media werd een aantal keren opgetekend dat trainer Wisman in een fitte Roy Bejas een directe concurrent voor jou ziet. Ik kan me voorstellen dat je hier niet erg gelukkig mee bent, Heb je hem hierover gesproken?

“Nee, ik heb de trainer daar niet over gesproken. Ik weet ook niet met welk doel Roy gehaald is. Natuurlijk is hij ook een centrale verdediger, maar ik heb niet de indruk dat hij gehaald is, omdat men mij niet goed genoeg vindt. En hij is een concurrent, maar dat zijn Sjors en Gino ook. En van concurrentie word je als team alleen maar beter.”

Hoewel jij doorgaans vrij weinig kritiek van supporterszijde krijgt, wordt er de laatste tijd links en rechts op de bekende websites ook weer gezeurd over met name jouw vermeende gebrek aan snelheid. Lees jij dit soort dingen en hoe ga je hiermee om?

“In mijn eerste seizoen las ik inderdaad alles wat op de sites stond en toen waren de kritieken goed. Het jaar erna werd het allemaal wat minder. Ik merkte ook, dat ik – omdat ik die slechte kritieken las – me dat aantrok. Dan ga je daarover nadenken en teveel nadenken is niet goed. Ik ben toen ook minder goed gaan spelen. Op een geven moment heb ik gedacht: “dit heeft geen nut” en ben ik het steeds minder gaan lezen. Het is belangrijk wat de spelers en de trainers van mij vinden, dat weet ik en die zeggen me dat en daar blijft het bij. Van de trainers krijg ik bepaalde taken en supporters weten dat niet. En het is belangrijk om juist die taken goed uit te voeren. Ik vind het ook wel belangrijk om te horen wat supporters van mij vinden, maar zij kunnen zich nou eenmaal niet altijd een compleet beeld vormen, omdat ze niet van alles op de hoogte zijn. En van die snelheid, ach, ik denk dat ik er nog niet zo heel vaak vanaf ben gelopen. Ik ben niet de snelste, maar ik kan het compenseren door mezelf goed op te stellen.”

Je bent ook één van de weinige spelers die na de dramatische periode van een paar seizoenen is overgebleven. Wat hebben Körver en Wisman in positieve zin weten toe te voegen?

“Körver was op dat moment nodig om het team te smeden, om ons uit het dal te trekken en ik denk dat hem dat ook gedeeltelijk gelukt is, zeker het laatste half jaar. Door strijd te leveren, door voor elkaar te vechten en er zo een team van te maken. Wisman is gehaald voor het vervolg, om het team meer te laten voetballen, taktisch beter te maken. Dat gaat niet van het ene op het andere moment, het heeft tijd nodig. Maar daar moeten we wel naartoe. Om het voetbal erin te brengen en de tegenstander onze wil op te leggen.”

Je bent inmiddels ook afgestudeerd fysiotherapeut. Hierbij heb je ook een goede ruggesteun aan Roel Coumans, die eigenlijk een soortgelijk traject heeft afgelegd.  Zou jij ook liefst in de sportwereld je beroep gaan uitoefenen na je eigen aktieve spelersloopbaan?

“Ja, want in sport bezig zijn, is toch iets dat ik graag doe. En het is inderdaad ongeveer zoiets als Roel gedaan heeft en die is voor mij dan ook een steun. Die helpt mij, waardoor ik wat ervaring kan opdoen. En ik denk dat het ook een voordeel is dat ik nu in het voetbal zit. Je leert bepaalde mensen kennen en wanneer ik zou willen stoppen met voetbal – wat hopelijk nog lang zal duren – zou ik uiteindelijk zo de fysiotherapie in kunnen rollen.”

Heeft het behalen van je diploma je gevoel over het voetbal beïnvloed, m.a.w. is het voor jou nu makkelijker te relativeren, doordat je in feite meer zekerheid hebt door dat diploma?

“Ja, door dat diploma heb je natuurlijk meer zekerheid. Als clubs je niet meer willen hebben, bijvoorbeeld vanwege een blessure, of je krijgt geen contractverlenging, dan kan ik verder als fysiotherapeut. Wat dat betreft, voel ik mij ook niet zo afhankelijk van het voetbal. Maar van de andere kant wil ik graag slagen in het voetbal en daar doe ik ook alles voor, ondanks dat ik dat diploma al heb. Maar ik heb nog wel wat studie te verrichten en verder wordt om de 5 jaar bekeken of je voldoende hebt bijgeleerd. Dus is het niet zo dat ik ongestraft 10 jaar niks kan doen met mijn opleiding. Maar mijn mentaliteit verandert er niet door. Ik weet wel wat het is om die studie te doen en werkervaring op te doen door stage. Hierdoor kan ik wel goed relativeren hoe het voetbal in elkaar zit ten opzichte van het gewone werken.”

Ben je door je studie ook anders gaan denken over trainingsvormen?

“Gedeeltelijk wel. Maar Roel en ook Henk Wisman (studeerde ook fysiotherapie, TMD) hebben zelf natuurlijk ook voldoende ervaring in huis. Maar als je zelf een pijntje hebt, weet je vaak wel of het kwaad kan of niet. Je weet wat meer van je eigen lichaam en dat is wel fijn.”

Robert Maaskant vond het nodig om het gokken op wedstrijden door voetbalprofs opnieuw in de openbaarheid te brengen. Moet het kunnen dat spelers dit doen?

“Ik ben daar niet zo mee bezig, omdat ik geen gokker ben. Op eigen wedstrijden gokken is natuurlijk altijd gevaarlijk, omdat iedereen erop let. Ik vind het dan ook verstandig om het niet te doen, omdat anders ook weer gezegd wordt dat je negatief bij de uitslag van een wedstrijd betrokken bent. Maar dat mag iedereen voor zichzelf bepalen. Ik doe het niet en bemoei me er verder ook niet mee.”

Wat is jouw favoriete club en tenue (buiten Fortuna natuurlijk)?

“Manchester United vind ik een fantastische club. Zeker in de tijd dat Jaap Stam er speelde, omdat hij ook een centrale verdediger is en je daardoor meer op hem gaat letten. Maar ook nu nog na zijn vertrek, vanwege dat mooie verbouwde stadion en ook het tenue is mooi. Maar we mogen ervan blijven dromen.”

TMD