Naam: Laszlo Mészáros
Geboortedatum: 12-05-1977
Geboorteplaats: Debrecen (Hon)
Bijzonderheden: Mészáros is Hongaars voor ‘slager’. Kortom, Erik Meijer heeft een waardige opvolger gekregen. Laszlo was zowat het enige lichtpuntje in het degradatiejaar 01/02. Met zijn inzet verwarmde hij de harten van de Fortuna supporters.

 

Staat van Dienst (tot 31-01-2004):

Periode Club Trainers Wedstrijden Doelpunten
….-1991 DVSC Debrescen (Hon) ??
1991-1992 Swift Roermond ??
1991-1994 Fortuna Sittard (jeugd) ??
1994-1995 Jong Fortuna Sittard Duut 0 0
1995-1997 Jong VVV Schattorie 0 0
1997-1998 Süchtelen (Dui) ??
1998-2001 Hajdúszoboszló (Hon) ??
2001-…. Fortuna Sittard Verel, De Koning 35 1
Totaal 35 1

Je bent een geboren Hongaar. Wanneer ben je naar Nederland gekomen en hoe heb je de Nederlandse taal zo goed leren spreken?

“Ik ben in juni 1991 naar Nederland gekomen. Ik heb Nederlands geleerd toen ik in Brunssum naar de LTS ging. Fortuna verplichtte mij bovendien om de Nederlandse te leren. Ik heb in zeg maar één jaar tijd Nederlands geleerd.”

Op welke plaats(en) in het elftal kun jij uit de voeten?

“Het liefst speel ik als verdedigende middenvelder, zeg maar op “6”. Verder kan ik ook spelen als rechtermiddenvelder, maar ook als rechtsback. Ik heb daar in mijn tijd bij het tweede van VVV veel gespeeld.”

Hoe ben je bij Fortuna terechtgekomen?

“Dat is eigenlijk een lang verhaal, maar ik zal het kort houden. In Nederland ben ik begonnen bij Swift in Roermond. Ik speelde er 4 maanden en toen kwam er een scout kijken, die man bleek van Fortuna te zijn. Ik mocht toen bij de B1 van Fortuna een half jaar op proef meetrainen en uiteindelijk ook blijven.“

Je hebt in twee periodes bij Fortuna gespeeld. Vanuit je eerste periode weet ik mij een training met het tweede elftal uit het seizoen 1994-1995 te herinneren. Als 17-jarige stond je daar met o.a. René Maessen, mister Fortuna. Je bent toen echter niet doorgebroken, hoewel je absoluut geen gebrek aan talent had. Wat is volgens jou de reden daarvan?

“Nou, Pim Verbeek vond me niet goed genoeg. Ik was toen nog jong, moest ’s morgens bij het eerste meetrainen en ’s middags bij het tweede en het gebeurde in die tijd wel eens dat ik niet kwam opdagen bij een training. Ja, ik ging wel eens stappen en mijn mentaliteit was niet zo best. Maar dat was toen.”

Ineens was Laszlo weg bij Fortuna. Waarom was je vertrokken en wat heb je tot aan je rentree allemaal gedaan?

“In 1995 ben ik bij Fortuna vertrokken. Ik ben twee jaar bij VVV geweest, heb daar in het tweede gespeeld, vooral dus als rechtsback. Men had mij ook beloofd dat ik na die twee jaar een contract zou krijgen als rechtsback, maar dat ging niet door. Ik wilde zelf ook liever op het middenveld spelen en toen zei de trainer van het tweede, Eelco Schattorie, dat hij dat niet in mij zag zitten en vervolgens mocht ik vertrekken. Ik heb toen een jaar op een vrij laag niveau in Duitsland gespeeld. Daarna ben ik twee jaar in Hongarije geweest. Ik heb er vooral in de zaal gespeeld en op het veld bij een Eerste Divisieclub, het was zeg maar een satellietclub van Débrecen. Die spelen binnenkort tegen Club Brugge voor de UEFA Cup. Maar het niveau was niet al te hoog, ik speelde er nog puur voor mijn plezier.”

Wie haalde je terug bij Fortuna?

Fred van Barneveld en Henk Duut. Ik was eigenlijk op vakantie in Nederland bij mijn vader en die zei dat ik Fred van Barneveld moest bellen, opdat die mij misschien aan een club in België kon helpen. Ik heb dat gedaan en Fred zei dat ik bij het tweede kon meetrainen. Henk Duut was daar toen trainer en die kende me nog van vroeger. Het ging best aardig en uiteindelijk mocht ik als amateur blijven. Nee, ik heb Duut niet meer meegemaakt bij het eerste, die was toen al weg.”

In het dramatische seizoen 2001-2002 met degradatie als gevolg was jij één van de weinige spelers die wel op behoorlijk niveau presteerde. Was je geschrokken van de toenmalige situatie bij de club?

“Pfff, geschrokken………… Nou, ik was er eigenlijk daar op zich niet eens zo mee bezig. Dat kwam vooral, omdat ik al heel blij was dat ik weer mocht voetballen. Ik was hoofdzakelijk met mijn eigen situatie bezig, dat ik moest werken voor mijn eigen kans.”

Onder Hans de Koning leek je op weg naar een vaste basisplaats. Echter, met name blessures en ook de opkomst van Tommie Daemen gooiden voor jou roet in het eten. Bovendien hield de trainer vast aan de keuze voor George Tychon als buitenspeler op rechts. Kon jij die keuzes begrijpen?

“Ja, dat was wel een beetje moeilijk voor. Ik presteerde voor mijn blessure toch een jaar lang best goed en ik had gedacht dan ook weer een kans te krijgen. Dat gebeurde niet. En als je ziet dat andere geblesseerden vaak wel een kans hebben gekregen, toen ze weer terugkwamen. Voor mij gold dat dus niet.”

Blessures, je moet er welhaast doodziek van zijn geworden. Vaak heb je je moeten beperken tot krachttraining. Als Nederland of Hongarije nog een gewichtheffer nodig hebben, kun je je gemakkelijk beschikbaar stellen voor een plaats in het Olympisch team. Maar alle gekheid op een stokje. Kun je nog één keer uitleggen wat je allemaal aan blessures bent tegengekomen in de laatste twee seizoenen?

“Hahahaha, jazeker, ik kan als gewichtheffer nu vrij aardig meekomen, ja! Maar ik heb eigenlijk twee blessures gehad. In december 2002 werd er een slijmbeursontsteking in mijn linkerknie geconstateerd. Dat verklaarde waarom ik altijd met pijn moest spelen. Met rusten was het in het begin nog te doen. Soms ging het goed, soms ook helemaal niet. Uiteindelijk moest ik toch geopereerd worden. Daarna kreeg ik in september 2003 last van pijn achter de knieschijf in de rechterknie, het bleek een blessure aan het kraakbeen te zijn. Daarvan ben ik nu dus bijna aan het einde van het revalidatieproces. Ik hoop over een paar weken weer mee te kunnen trainen. Momenteel heb ik geen pijn meer in mijn linkerknie, die is stabiel. En de rechterknie gaat ook de goede kant op.”

Ben je het voetbal meer gaan relativeren, doordat je noodgedwongen veel langs de kant hebt moeten staan?

“Natuurlijk, ik heb er zeker over nagedacht, ja.”

Je belangrijkste kwaliteiten zijn je overzicht, je snelheid op de eerste meters, je wendbaarheid, maar vooral je vermogen om een medespeler vrij te spelen. Daartegenover staat dat ik vind dat je vaak moeite hebt om plaatsgebonden te spelen, m.a.w. aanvallend/opbouwend ziet het er heel aardig uit, maar verdedigend laat je wel eens een steekje vallen, zie de thuiswedstrijd tegen Den Bosch dit seizoen. Hoe zie jij dit?

“Ha. Nou, ik speel liever met een meer verdedigende taak. Maar ik moet geen dubbele taak krijgen toebedeeld van de trainer. Tegen Den Bosch moest ik Jan Michels over het hele veld volgen en als wij in balbezit waren, moest ik ook nog eens ballen opeisen en het spel verdelen. Dat gaat niet. De ene taak is puur verdedigend en de andere helemaal aanvallend. Daarom ging ik ook de fout in. Kijk, ik speel liever met een meer verdedigende opdracht. Ik kan wel op andere plaatsen spelen, maar niet met teveel verschillende opdrachten.”

Hamming, Klimek, Gommans, Brusselers en als klap op de vuurpijl ook nog Van der Hoeven. We zijn ze kwijt of gaan ze kwijt raken en er zijn geen andere spelers voor in de plaats gekomen. Hoe moeten we verder?

“Ha, dat is een goeie vraag. Ik denk toch dat er na dit seizoen weer spelers vanuit de A-jeugd bij gaan komen. En spelers lenen, iets anders zou ik ook niet kunnen bedenken. Maar er moeten in ieder geval jongens bijkomen.”

Hongarije was vroeger in 50er jaren, maar ook in de 70er- en 80er jaren een gevestigde waarde in het Europese voetbal. Uit de laatste periode herinner ik me vooral de namen van Fazékas, Nyilasi, Kiprich en Détari. Wat weet jij nog van deze spelers?

“Nou, ik heb ze allemaal wel eens zien voetballen. Détari was bijvoorbeeld een hele goeie, tegen hem heb ik zelfs nog gespeeld, toen ik in Hongarije was. Hij had in Italië gespeeld en was net terug uit Japan. Hij speelde net als ik toen in zeg maar wat je in Hongarije de Eerste Divisie kunt noemen. Een speler van ons kreeg vlak voor tijd rood en hij moest een vrije trap nemen. Eén minuut voor tijd, rand 16-meter, pats-binnen, zij wonnen door die vrije trap. Echt een heel grote speler. Kiprich heb ik ook nog vaak zien spelen, die was hier natuurlijk ook heel bekend.”

Het is een tijdje wat stiller geweest, maar de laatste jaren zijn er een aantal Hongaarse spelers bij bekendere Europese clubs gaan spelen, zoals bij voorbeeld Szabics bij VfB Stuttgart, de inmiddels tot Duitser genaturaliseerde Sébescen bij Bayer Leverkusen, de betreurde Miklos Fehér bij Benfica en in Nederland o.a. Babos, Petö en Csaba Fehér bij NAC. Hoe moeten we het huidige Hongaarse voetbal inschatten?

“Slecht, niet best. De competitie heeft een laag niveau en de goeie spelers vertrekken al op heel jonge leeftijd naar het buitenland. En bij het Hongaarse nationale team zijn de vaste basisspelers wel goed, zij spelen ook allemaal in het buitenland, maar ze vormen geen eenheid.”

Quizvraagje: Begin jaren negentig speelde nog een bekende Hongaar bij Fortuna. Wie jij wie dit was?

“Joszef Szalma. Een international, hè.”

Omdat je voor Fortuna hebt gekozen, heb je je Hongaarse paspoort moeten inleveren. Je vertelde dat je nu zonder visum Hongarije niet ineens meer inkomt. Je moet wel gaan juichen als het 1 mei is en Hongarije tot de EU toetreedt.

“Nou, niet een visum. Maar ik moet er wel een verblijfsvergunning aanvragen. Mijn moeder woont er en uiteraard ook het grootste deel van mijn familie. Maar ik vind het wel leuk als het 1 mei is. Kan ik later weer gewoon in Hongarije gaan wonen, hahaha.”

Kun je kort reageren op de volgende onderwerpen:

a. Hongarije

“Mijn thuis.”

b. Nederland

“Mijn tweede thuis, hahahaha!”

c. Miklos Fehér

“Treurig. Dat zoiets kan gebeuren. En hoe zoiets kan gebeuren.”

d. Suzuki Swift

“Turbo, hahahaha! Het is een leuke auto. Ik heb er geen probleem mee en nooit problemen mee gehad.”

e. Tegenstanders “poorten”

“Daar denk je niet aan, ik ben er zeker niet speciaal mee bezig.”

f. Jochem van der Hoeven

“Sterke voetballer.”

g. Davy Joosten

“Lachen, hahahaha. Het is een goeie jongen.”

h. Fortuna

“Daar voel ik mij thuis.”

i. Bence Mészáros

“Dat is mijn broertje, hij speelt in de jeugd bij Fortuna.”

j. Laszlo Mészáros

“Dat ben ik. Altijd heel rustig.”

Je hebt me een keer gezegd: “Ik ben al zo lang geblesseerd, de supporters kennen mij niet eens meer.” Wat zou je op dit moment aan de supporters kwijt willen?

“Dat ze achter de club moeten blijven staan. En dat ik terugkom. Ik moet terugkomen, hahaha!”

Harald Didderen