De competitie in het amateurvoetbal staat op het punt van beginnen. Alle teams starten weer met veel ambitie aan de nieuwe voetbaljaargang. Desondanks is het altijd goed om te blijven verderwerken aan het inslijpen van spelpatronen, het geven van voorzetten en het afronden op doel. Waar kun je dat beter doen dan in het Gemeentelijk Sportcentrum van Ingelmunster? Hoe een dagje groundhoppen uitdraaide op ‘shotten in Ingelmunster’…


Inleiding

Het is begin augustus als traditioneel de Competitiespecial van Sport-/Voetbalmagazine in de bus valt. Deze voetbalbijbel is haast onmisbaar, wil je een seizoen de Jupiler League kunnen volgen. De verhuis van de voetbalrechten van de commerciële omroep naar de publieke omroep is een aanvullende reden om in het bezit te komen van dit kleinood.

Als we een stukje hierin lezen stuiten we op de rubriek ‘Zeven Dagen’. Tsja, en wat lezen we daar? Bij de loketten van S.V. Zulte Waregem staan de toegangsprijzen nog steeds in Belgische Francs aangegeven. Er is maar één mogelijkheid om erachter te komen of we hier voor het lapje worden gehouden: we gaan zelf kijken!

Liaison (200 km)

Het is ongeveer 04.30 uur als de wekker me op mijn schouder tikt en zachtjes in mijn oor fluistert dat ik moet opstaan. ‘Psst, opstaan, je moet gaan groundhoppen…’. ‘Het is niet waar’, denk ik nog, maar gelukkig is mijn wekker een volhouder. Na een korte douchebeurt schiet ik in een t-shirt en korte broek, trek mijn schoenen aan, smeer wat boterhammen en verzamel nog wat andere benodigdheden die me vandaag hun waarde moeten gaan bewijzen.

Na het ontbijt zet ik de tv even aan en zie plots Jean-Marc Bosman voorbijkomen. Hij zit aan de rand van het zwembad achter zijn optrekje de afgelopen jaren een beetje te overpeinzen. Zijn optrekje aanschouwend kom ik tot de conclusie dat hij zijn leven weer enigszins op de rails heeft gekregen. Echter, ik denk onmiddellijk terug aan een artikel over deze Belg in het blad Nummer 14, waarin het tegendeel wordt bewezen. Daarin geeft hij aan dat zijn financiële situatie nog immer verre van rooskleurig is, al hoeft hij geen honger meer te leiden. Hmm, vreemde contradictie… Echt druk kan ik me er niet over maken, want anderhalve koplamp schijnt inmiddels de huiskamer binnen. Voor mij het teken dat het punt van vertrek is gekomen.

Bepakt met wat proviand en een landkaart stap ik rond 05.30 uur in een kraakheldere en dan nog frisse voiture die ons naar de Zuidwest-hoek zal brengen. Via de E314 bereiken we het knooppunt bij Lummen en dan begint het feest. Een ellendige grijze Ford Ka blijft kilometerslang op de linkerbaan rijden, de overige automobilisten uitnodigend om rechts in te halen. Ja, en dat hoef je in België geen twee keer te zeggen. Tal van kamikaze-piloten nemen deze uitnodiging met veel dank in ontvangst, hetgeen tot gevaarlijke en doldwaze toestanden leidt. Het is net 06.00 uur geweest, maar niet iedereen slaapt blijkbaar…

Als we de E40 bereiken en Brussel in zicht komt wordt iedereen gedwongen het rustiger aan te doen en verdwijnt de Ford Ka uit zicht. We laten het allemaal maar over ons heen komen. We zijn tijdig vertrokken en op 10 minuten zal het vandaag niet aankomen. Een ieder heeft vakantie, dus over ‘the day after’ hoeven we ons geen zorgen te maken. Omdat het pas 07.00 uur is, is van echte filevorming aan onze zijde van de autostrade nog geen sprake. Ter hoogte van Groot Bijgaarden is nog alles rustig. Aan de andere zijde staat daarentegen ruim 20 kilometer file, van Aalst tot in Brussel. Zijn dit forensen die zich opmaken voor een reguliere werkdag of is het een kijkfile? Het is mogelijk. Het is de chauffeur en mij namelijk opgevallen dat de auto aardig schoon is en hierin zijn wij wellicht niet de enige…

Na het passeren van Aalst bereiken we al gauw Gent en hier nemen we de E17 richting Kortrijk. Al snel worden we geconfronteerd met een verkeersbord met ‘Waregem 11’ erop en we kijken eens op onze horloge. Dat zit snor! Het is juist voorbij 07.40 uur als we de afrit Waregem nemen. Na de afrit slaan we rechtsaf, waarna we de aanduidingsborden met ‘Regenboogstadion’ erop al in de berm zien staan.

Sport Vereniging Zulte Waregem (Stamnummer 5381)

Als we even voor 08.00 uur uit de auto stappen, merken we meteen dat de ochtendzon niet al te warm is. Dat kan ook niet anders, want de ‘r’ is immers in de maand. Het eerste dat onze aandacht trekt zijn de kassa’s. Staan de inkomprijzen inderdaad in Francs aangegeven? Vrij naïef eigenlijk om te denken dat dat niet zo zou zijn…


Degene die zijn Belgische Francs heeft weggegooid is stom geweest…

De dag begint dus al goed! Als we een eindje doorlopen, richting toegangspoort, maken we kennis met de curieuze clubkleuren van deze fusieclub. Het logo bestaat uit geel, rood en groen. Dit alles is verwerkt op een wit doek. Wie bedenkt zoiets? Om dit te kunnen verklaren, dienen we een beetje in de geschiedenis te graven.

S.V. Zulte Waregem werd in 2001 opgericht na een fusie van K.S.V. Waregem en Zultse V.V. Voor K.S.V. Waregem was dit bittere noodzaak, voor Zultse V.V. iets minder. K.S.V. Waregem was het water tot aan de lippen gestegen en zag in de fusie de enige uitweg. Dat hiermee één van Belgiës meest roemruchte clubs zou verdwijnen, soit. Om eerlijk te zijn was men wel blij het de uitgestoken hand van de buren uit Zulte, want dit was de laatste mogelijkheid om nog ooit te kunnen aanknopen met de successen uit het verleden. En die waren er genoeg! Zo werd in het seizoen 1985-1986 onder meer A.C. Milan en Hajduk Split verslagen in de UEFA Cup, vooraleer de latere winnaar 1. FC Köln ‘Essevee’ in de halve finale een halt toeriep. Grote mannen in die tijd waren onder andere ex-Rode Duivel Danny Veyt en de Zwitserse goaltjesdief Richard Niederbacher.

Vele supporters van ‘Essevee’ (zo werd en wordt K.S.V. Waregem in de volksmond genoemd) vertikken het om de nieuwe clubkleuren te dragen en zweren bij het rood-wit, de clubkleuren van K.S.V. Waregem. Door de fusie en druk van sponsoren is men uitgekomen bij de huidige clubkleuren. Voorafgaand aan het seizoen 2005-2006 werden de tenues van S.V. Zulte Waregem alvast uitgeroepen tot lelijkste van de Jupiler League…

Buiten wat gemeentewerkers is er niemand in het Regenboogstadion aanwezig. Niet vreemd ook, want het is juist 08.00 uur geweest. Het stadion is voorzien van een atletiekpiste, waardoor de supporters een eindje van het veld verwijderd zitten. Het complex is omgeven door twee zittribunes van twee etages. Als de poorten tòch openstaan… Met knikkende knieën begeef ik me naar de tweede etage, hetgeen een schitterend uitzicht verschaft op de rest van het stadion en omgeving. Tussen de zittribunes in zijn wat andere tribunes opgetrokken, waarvan een aantal buiten gebruik is gesteld.


Het gras wordt afgereden in de Waregemse ochtendzon…

In de frisse ochtendzon maken we onze ronde door het Regenboogstadion. Ik heb ooit in een magazine een artikel gelezen waarin men dit het ‘Nou Camp van België’ noemde. Dat gaat wat ons betreft wat ver, maar het is duidelijk een schitterend stadion. Via een trappenhuis bereiken we het uitvak, maar alles lijkt potdicht te zitten. Een forse ruk aan een rolpoort leert ons dat schijn bedriegt. Ook de tribune aan de overzijde van de hoofdtribune wordt minutieus uitgekamd en op een muur plakt een affiche van de supportersvereniging van K.V. Oostende. In het thuisvak! Onnavolgbaar en onverklaarbaar.

Als we het stadion uitlopen en ternauwernood een oprukkende hoogwerker ontwijken komen we uit bij de vijver die naast het complex ligt. Deze ‘hofvijver’, onderdeel van de Gaverbeek, completeert het geheel.

Voordat we opnieuw in de auto stappen informeren we in ons beste West-Vlaams bij een gemeentewerker naar het stadion van die andere club in Waregem.

Koninklijk Racing Waregem (Stamnummer 3302)

De reis gaat verder, op weg naar het stadion van K. Racing Waregem. Als we de gemeentewerker langs de Gaverbeek mogen geloven is het een koud kunstje het stadion te bereiken. Bij de verkeerslichten slaan we linksaf en vervolgen onze weg tot aan de Mazda-garage. Daar slaan we (schuin) rechtsaf en als we de Mirakelstraat voorbij zijn, valt ons oog op een bordje met ‘Mirakelstadion’ erop. Verdorie, we hadden beter moeten weten. In België staan zulke zaken altijd slecht aangegeven. Dit, plus het feit dat we over een wegdek rijden dat in ongekend slechte staat verkeerd, voeren we dan maar als excuus aan. We draaien, maaien prompt een stuk berm en slaan linksaf de Mirakelstraat in. Op de parking is ruimte zat en we parkeren onze auto in de schaduw. Op een groot bord worden we geattendeerd op de eerstvolgende wedstrijd in het Mirakelstadion, op 24 april tegen Maldegem.

Na een wandeling door een parkje komen we tenslotte uit bij het plein van ‘De Rassing’. K. Racing Waregem werd in 1941 opgericht onder de naam Racing Kleithoek, genoemd naar het gelijknamige gehucht aan de rand van Waregem. Nadat men een speelveld en kleedlokalen had aangelegd kon men beginnen met voetballen. Omdat men het ruime sop wilde kiezen, ontkwam men er niet aan zich aan te sluiten bij de K.B.V.B. Om dit te realiseren begon men samen te werken met Waereghem Sportief. Nadat men vond genoeg ervaring te hebben opgedaan werd officieel het stamnummer 3302 verkregen en ging men verder onder de naam Racing Waregem. Vooraleer men zou gaan spelen in het Mirakelstadion speelde men op enkele andere plaatsen in Waregem en omgeving. Ook de clubkleuren zijn aan verandering onderhevig geweest. Via zwart-wit en rood-zwart-geel kwam men uit op geel-rood, de kleuren die men momenteel nog immer voert.

Momenteel speelt K. Racing Waregem in de Derde Klasse, waarin men vorig seizoen in de middenmoot eindigde.


De clubkleuren komen terug in de hoofdtribune van het Mirakelstadion

Het stadion van deze derdeklasser is niet veel speciaals. Wat opvalt is de boarding die het veld omzoomt en de levensgrote sponsorwanden die her en der staan opgesteld. Het lijkt erop dat deze club het aardig voor elkaar heeft. Als we worden aangesproken door de terreinbeheerder en onze bedoelingen kenbaar maken krijgen we toestemming om het veld te betreden. Prima mat! Daar is de beheerder het maar voor een deel mee eens. ‘Te droog’ is zijn conclusie. Tsja, ontevreden mensen houden altijd werk. Snel weer in de auto op weg naar onze volgende halte.

Sporting West Ingelmunster-Harelbeke (Stamnummer 1574)

Vanaf het Mirakelstadion rijden we terug, richting Mazda-garage. Daar stonden namelijk borden. Als we er aankomen en de landkaart erbij nemen, besluiten we binnendoor, richting Deerlijk te rijden. Dat is niet ver en lijkt ons sneller naar Harelbeke te brengen dan als we de E17 richting Kortrijk nemen.

Nadat we Deerlijk-Centrum zonder kleerscheuren doorkomen bereiken we Harelbeke. Wàt een grauwe, kleurloze stad! Nou ja, stad… Het lijk ons geen pretje hier te moeten wonen. Een spoorlijn loopt midden door de stad, al zal niemand hier van wakkerliggen. Van een paar verpauperde panden zijn de ramen dichtgespijkerd. Er is toch geen slecht weer op komst?

Plots zien we een bordje met ‘Stasegem’ erop staan. Omdat het Gemeentelijk Forestiersstadion aan de Stasegemseweg ligt, besluiten we richting Stasegem te rijden. Als we deze weg een aantal minuten volgen, zien we (te laat) in een perkje, achter een kruising een bordje staat dat de weg duidt naar het stadion. Pff, België… Snel keren dus en afslaan.

Als we de parking oprijden en willen parkeren komen we voor een dilemma te staan. Hier parkeren, met het risico de bumpers te verliezen of een kwartier lopen? Omdat onze auto nog niet bij MTV’s Pimp my Ride is langs geweest, proberen we toch maar de 20 centimeter hoge stoepranden op te rijden. Twee doffe slagen later maar zonder noemenswaardige schade stappen we uit. Het stadion ligt in een enorm park waarin meerdere voetbalvelden zijn gelegen. We lopen links om het stadion, terwijl de ingang 150 meter verder aan de rechterkant blijkt te liggen. Dit levert ons wel enkele leuke foto’s op, zoals van de Jeugdkantine Sporting West en Taverne De Ratte.

Sporting West heeft in het Stedelijk Forestiersstadion een stadion uitgerust met 9.737 plaatsen, waarvan 3.737 zitplaatsen. Deze zijn verdeeld over een hoofdtribune en een zittribune aan de lange zijde.


Zittribune aan de lange zijde van het Gemeentelijk Forestiersstadion

Op het moment dat wij in het stadion rondlopen is een man bezig met het maaien van het veld. Let wel, dit gebeurt niet volledig machinaal! Op het moment dat de maaimachine de zijlijn passeert geeft de man een ferme ruk aan de machine waardoor de machine een 180 graden draai maakt. De omvang van de bovenarmen van deze dappere strijder leert ons dat dit een loodzwaar karwei is. Het karwei is overigens ook nog niet te einde. Hij is net de middenlijn gepasseerd en moet nog ruim 50 meter gras maaien.

Achter beide doelen zijn staantribunes opgetrokken. Een tag van supporters van K.R.C. Genk herinnert aan het behaalde kampioenschap in dit stadion op 16 mei 1999.

De tijden dat hier nog eersteklassevoetbal werd gespeeld liggen inmiddels al lang achter ons. Momenteel speelt de bespeler van dit stadion in de Derde Klasse.

Nadat we ook de spionkop overleven, bereiken we door een stuk hoog gras weer onze auto. Stap twee van het behendigheidsparcours staat nu op het programma. Zonder al te veel blikschade op te lopen rijden we de stoep af en verlaten de Harelbeekse parking. Ook dit stadion kan ons prima bekoren en zijn dan ook benieuwd wat de dag ons verder zal brengen.

Koninklijke Voetbalclub Kortrijk (Stamnummer 19)

We rijden in Harelbeke terug naar het ronde punt en slaan af richting Kortrijk. De N43 is een grote doorgaande weg die ons in hartje Kortrijk moet brengen. Als we in het centrum aankomen, kiezen we lukraak een weg uit die we vervolgens inslaan. Het blijkt achteraf de Meensesteenweg, de weg die ongetwijfeld de verbinding tussen Kortrijk en Menen zal zijn. Na een tijdje deze weg te hebben gevolgd doemen een tweetal verlichtingspylonen op aan de horizon. Nadat we een wegopbreking vakkundig omzeilen rijden we zo de parking naast het stadion op. Nou ja, parking… Er kunnen niet meer dan zes auto’s op, dus dat houdt niet over.

Als we uitstappen komt er vrijwel meteen iemand op ons afgelopen die informeert naar onze intenties. ‘Zijde pers? Nee, dan moogde binn’n’. De ontvangst is alvast alleraardigst en we schieten vliegensvlug een trappenhuis in. Na een paar treden te hebben genomen zien we eigenlijk al genoeg. Alsof we in een enorme gierput van duivenpoep zijn aanbeland. Wàt een viezigheid! Het mooie is dat dit de toegang is voor het VIP-gedeelte van de hoofdtribune! Je moet er toch niet aan denken dat je in driedelig pak door deze smurrie heen moet? Als we helemaal boven zijn treffen we een in paniek geraakte duif aan. Omdat we alledrie hondenbezitter zijn en dus dierenliefhebber, gaat ons dit toch aan het hart. Het beestje laat zich echter niet vangen en we besluiten het arme diertje maar met rust te laten. Tijdens de afzink worden we nog bijna aan ons hoofd geraakt door vallende duivenpoep.

Als we vervolgens de hoofdtribune oplopen zien we dat de rest van het stadion even vuil is. Overal ligt dik stof op de stoeltjes, vogelpoep, lege bekertjes en andere rommel. Ondanks dat hier verzachtende omstandigheden gelden, wegens de dag eerder gespeelde match tegen R. Excelsior Virton, verwacht je van een tweedeklasser toch een iets properder stadion.

Het stadion doet voor de rest overigens gezellig aan. Mooie tribunes, dicht op het veld.


Hoofdtribune van het Guldensporenstadion van K.V. Kortrijk

Op de hoofdtribune liggen her en der nog programmaboekjes van de wedstrijd, een dag voordien. Benieuwd als we zijn kijken we even of er nog bekenden meespelen bij de West-Vlamingen. En warempel, Ivica Jarakovic staat hier onder contract! Ooit op proef gekomen van R.S.C. Anderlecht, maar als je op je eerste training meteen je enkelbanden scheurt, kun je je moeilijk bewijzen. Hier is Ivica duidelijk beter op zijn plek, want het is al de tweede maal dat de Serviër uitkomt voor K.V. Kortrijk. Hij zal mede voor de productie moeten gaan zorgen dit seizoen en de club terugbrengen naar daar waar het wil zijn, in Eerste Klasse.

De capaciteit van het Guldensporenstadion bedraagt 8.770 plaatsen, maar omwille veiligheidsredenen is deze teruggebracht naar 6.896 plaatsen. De staantribune tegenover de hoofdtribune is alvast gesloten en voorzien van tal van reclamepanelen. Ooglijk is dit alvast niet, maar daar lijkt niemand zich druk over te maken. Als we aan de achterzijde van deze tribune een kijkje nemen snappen we maar al te goed waarom dit deel van het stadion niet meer open is voor bezoekers. Het beton brokkelt voorzichtig af en de dakconstructie is niet meer okselfris.


In Kortrijk kijkt men niet op een reclamebord meer of minder…

Als we terug naar de uitgang lopen via de achterzijde van één van de staantribunes blijkt het stadion tevens weinig verlichting te kennen. Dankzij het weinige zonlicht weten we ongeschonden en zonder kleerscheuren de uitgang te bereiken. Nadat we aan de overzijde van de straat nog een paar foto’s maken begeven we ons weer richting auto om ons klaar te maken voor de volgende halte.

Royal Excelsior Mouscron (Stamnummer 224)

Vanuit Kortrijk gaat het weer richting E17. Na deze enkele kilometers te hebben gevolgd passeren we de taalgrens. In de provincie Henegouwen (Hainaut) wordt Frans gesproken; al met al geen probleem. Het vinden van Le Canonnier evenmin, want dit staat prima aangegeven. Moeskroen is eigenlijk best een aardige plaats. Het station is bijvoorbeeld echt een plaatje, opgetrokken uit gele steen.

Als we de brandweerkazerne passeren doemt het stadion aan de rechterzijde al op. Vooral de omgeving van het stadion spreekt ons aan; grote bungalows met flink grote voitures op de oprit. Niet bepaald een wijk waar je een voetbalstadion zou verwachten. De poorten staan wagenwijd open en parkeren is geen probleem. Omdat de spelers niet in de omgeving van het stadion trainen is het er niet druk en kunnen we ongehinderd rondlopen.

De oude tribune is inmiddels vervangen door een splinternieuwe. Het bord ‘Excelsior’ dat het dak sierde heeft men verwerkt in de nieuwe toegangspoort: schitterend! Ook aan de binnenkant ziet Le Canonnier (11.500 plaatsen) er fraai uit. Langs de lange zijdes zijn twee grote zittribunes gebouwd, achter de doelen staantribunes. Het uitvak doet een beetje kneuterig aan en het zicht is niet altijd even optimaal. Toch is dit stadion zeker Eerste Klasse-waardig.


Thuishaven van de meest fanatieke supporters van R. Excelsior Mouscron

Al met al een mooi stadion. Hopelijk heeft dit de familiale ambiance van de club niet al te zeer aangetast. Nog altijd zullen de mensen terugdenken aan het seizoen 1996-1997. Dat jaar maakte de club haar debuut in Eerste Klasse en leek lang op weg naar een heuse stunt. Uiteindelijk eindigde het sprookje op een derde plaats in de rangschikking. Met Georges Leekens als trainer en Mbo en Emile Mpenza in de voorhoede stond men aan het begin van een succesperiode. Burgemeester en voorzitter Jean-Pierre Detremmerie (geen familie van de bekende garagist Dimitri Detremmerie) had zich, naar goed Waals gebruik, jaren eerder over de club ontfermd, waarna de weg naar boven werd ingezet. Met behulp van eerdergenoemde personen heeft men zich een vaste plaats in de Jupiler League weten te veroveren.

Veel tijd om te blijven stilstaan bij de opmars van ‘Les Hurles’ hebben we echter niet, want er is nog een hele weg af te leggen. Als we in de auto stappen wordt het idee geopperd om een zijsprong naar Frankrijk te maken. Op de autostrade werd immers Lille al aangegeven en de afstanden zijn klein. Een blik in de Groundhopping Informer 2004-2005 leert ons dat deze club momenteel haar wedstrijden in een ander dan haar eigen stadion afhaspelt, namelijk het Stadium Lille Métropole. Omdat het uurwerk nog geen 12.00 uur aangeeft, besluiten we het erop te wagen.

Lille Olympique Sporting Club

Het eigen stadion van ‘Lille’ wordt momenteel verbouwd. Omdat Lille toch wel een grote stad is en we geen enkel benul hebben waar haar eigen Stade Grimonprez-Jooris II ligt, besluiten we slechts het Stadium Lille Métropole te Villeneuve d’Ascq te bezoeken.

Met alleen een adres als referentiepunt rijden we Frankrijk binnen. Als we de laatste afrit in België passeren valt in de auto het woord ‘tolweg’. Verdorie, daar hebben we helemaal niet aan gedacht! Gaat deze Franse escapade ons een vermogen kosten? In de verte zien we al enkele poortjes verschijnen, maar gelukkig betreft het hier de reguliere grensovergang. Ons strijdplan is simpel. Het eerste de beste bordje met Villeneuve d’Ascq erop zal worden gevolgd, waarna we aan een toevallige passant de weg vragen. Als we de eerste de beste afrit nemen klampen we een man met Noord-Afrikaans uiterlijk in Olympique Marseille-shirt aan. Mooi dat zijn kompaan een stratenplan bij zich heeft! Het blijkt dat we helemaal niet veraf zijn en dat het stadion prima staat aangegeven. Nadat we de autosnelweg weer oprijden richting Parijs zien we plots borden verschijnen met ‘Stade du Nord’ erop. Fantastisch!

Onderweg zijn we er tevens achtergekomen dat het stadion dat we gaan bezoeken ook de thuishaven vormt van Entente Sportive de Wasquehal, kortweg E.S. Wasquehal. Als we de autosnelweg verlaten is het een kwestie van de aanwijsborden te volgen. Deze brengen ons naar de voorzijde en hoofdingang van het stadion. Omdat we niet goed weten waar te parkeren, rijden we de parking op van het trainingscomplex van ‘Lille’. Als we daar een praatje maken met een aanwezige, merken we ook dat men hier niet over ‘Lille’, maar over ‘Losc’ spreekt.


Vanuit het trainingscomplex van ‘Losc’ heb je uitzicht op Stadium Lille Métropole

Hmm, dit trainingscomplex is leuk, maar daar zijn we eigenlijk niet voor gekomen. Snel dus de auto verplaatsen en proberen het èchte stadion binnen te komen.

Als we over het voorplein lopen blijkt dat hier de voorverkoop voor de Champions League is begonnen. ‘Losc’ is ingedeeld in Groep D, samen met Manchester United, Benfica en Villareal. Deze wedstrijden zullen overigens worden gespeeld in het Stade de France.

Vrijwel meteen valt onze aanwezigheid op en worden we aangesproken door een kruising tussen Mike Tyson en Wasiu Taiwo. Hij geeft zich uit voor security en stuurt ons door naar de boutique. De juffrouw achter de toonbank is uiterst vriendelijk en geeft ons permissie het stadion in te lopen, mits de deuren geopend zijn. Geweldig!

Als we de trappen naar het stadion opklimmen zijn we genoodzaakt een piepklein hekje over te springen. Later blijkt de ingang gewoon open te zijn, waardoor we tòch legitiem het stadion zijn binnengekomen. Aan de binnenzijde ziet het stadion er prachtig uit. Het beschikt over louter zitplaatsen en twee overdekte tribunes.


Virage Nord

Een soort boarding plus een gracht scheiden tribunes van het speelveld. Aan de bovenzijde van de tribunes bevindt zich een promenade waardoor we probleemloos door het stadion kunnen wandelen. In de hoeken van het stadion zijn zogenaamde ‘buvettes’ gesitueerd, zodat niemand hier iets tekort komt.


Tribunes Présidentielle

Ook de hoofdtribune is van alle gemakken voorzien, al valt het op dat er geen echte skyboxen aanwezig zijn. Wellicht is dit stadion dan ook niet perfect voor een voetbalclub, als vervangende accommodatie is dit een prima optie. Naast voetbalstadion doet dit stadion dienst als atletiekstadion. De dakconstructie doet ons denken aan het NS-station in Tilburg.

Rondom het stadion zijn enkele gemeentewerkers bezig het gras kort te houden. De ‘heuvels’ aan de achterzijde van de tribunes zijn allemaal voorzien van gras. Wàt een karwei dit te onderhouden!

Vanwege het feit dat we haast door onze proviand zijn en de Franse keuken ons een brug te ver is, rijden we weer snel terug naar België. We zijn iets voorbij halfkoers en al zulke mooie dingen gezien… De dag is nu al geslaagd.

Koninklijke Sportkring Wevelgem City (Stamnummer 2997)

Als we weer in België aankomen nemen we ter hoogte van knooppunt Aalbeke de E403 naar Brugge. Na amper twee kilometer te hebben gereden nemen we de afslag Wevelgem. ‘Bij het straatje naast de GB moet je inslaan’, zo luidt onze aanwijzing. Als we in Wevelgem voor de GB staan, zien we veel, maar geen straatje. Omdat K.S.K. Wevelgem City over twee terreinen beschikt, rijden we maar door naar Gullegem. Als we de GB zien liggen en het straatje ernaast inrijden, staan we plots voor het complex aan de ‘Poezelhoek’. Veel stelt het allemaal niet voor. Naast een zittribune, staantribune en een kantine zien we enkele grote reclamepanelen staan. Allemaal niet zo schokkend.


Er is nauwelijks sprake van een ‘City of Wevelgem Stadium’…

Omdat we nu ècht honger beginnen te krijgen, houden we het hier kort. Binnen een kwartier zijn we weer weg om de plaatselijke GB met een bezoekje te vereren. Daar hebben we binnen no-time een keuze gemaakt uit het ruime winkelaanbod. Vanmiddag worden het broodjes, chips en yoghurt. Overigens zijn we niet allemaal zulke snelle beslissers.

‘Groundhopper nummer 3’ speelt niet adequaat in op de omstandigheden waardoor hij in een lange rij moet aansluiten. Het is haast funest voor het verdere verloop van de dag, want hierdoor gaat kostbare tijd verloren. Omdat we alledrie ‘diesels’ zijn en slecht tegen tempowisselingen kunnen, hebben we moeite met het terug op gang komen. Echter, er zijn nog enkele uren te gaan en met veel ambitie trekken we naar de volgende bestemming te Wevelgem.

Zoals gezegd, K.S.K. Wevelgem City beschikt over twee terreinen en ‘Campus A’ (het terrein van het voormalige S.K. Gullegem) staat inmiddels op onze lijst. Vanuit Gullegem rijden we maar weer terug naar Wevelgem, op zoek naar ‘Campus B’, het terrein van het voormalige S.V. Wevelgem.


Zittribune van ‘Campus B’

Op deze manier kom je ook een beetje meer te weten over de historie van deze club. In 2002 zijn namelijk S.V. Waregem en S.K. Gullegem samengesmolten tot K.S.K. Wevelgem City. Ondanks een klacht bij de K.B.V.B. over het wedstrijdverloop van afgelopen seizoen, speelt de club gewoon weer in de Vierde Klasse.

Als we over het speelveld wandelen wordt wederom gepoogd ons tempo te breken. Nu is het geen winkelpubliek in de GB aan de Poezelhoek, maar een ambetante alcoholieker die ons vanuit een Australische karaoke-bar per GSM lastigvalt.

Nadat we deze vakkundig weten af te schudden, kunnen we weer de auto instappen. We hebben even rust, want de volgende bestemming is een eindje rijden. Als we de autosnelweg richting Brugge willen nemen, gaat de navigator gruwelijk in de fout. We nemen de oprit richting knooppunt Aalbeke… Als we noodgedwongen deze autosnelweg volgen, staat plots het Kortrijkse Guldensporenstadion aangegeven! Verbazing alom… We rijden blijkbaar een rondje. Mooi eigenlijk, zo veel clubs in zo een klein gebied.

Op knooppunt Aalbeke rijden we dan maar een rondje (ideaal zo een klaverblad) waarna we tòch richting Brugge koersen.

Koninklijke Footbal Club Izegem (Stamnummer 935)

Na een twintigtal kilometers de E403 te hebben gevolgd, verlaten we de autosnelweg bij de uitrit Roeselare-Rumbeke. Van daaruit rijden we naar Sint-Eloois-Winkel. Dan ontkom je er echter niet aan om via Izegem te rijden. Gelukkig maar, want plots zien we aan onze linkerkant een prachtige tribune liggen. Geen idee hebbend aan welke club deze tribune toebehoort, stappen we maar even uit. De persoon in trainingspak die rustig van zijn fiets stapt weet ons niet veel meer te melden dan dat op dit complex recent het Belgisch Kampioenschap individuele meerkamp heeft plaatsgevonden. ‘Speelt hier ook een voetbalclub?’ Geen idee, ik kom hier om mijn conditiepeil op te vijzelen…’

Daar kunnen we het mee doen. Gelukkig weet de onvermijdelijke gemeentewerker meer. Het blijkt te gaan om de thuishaven van K.F.C. Izegem, een eersteprovincialer. Het niveau waarop in deze arena wordt geacteerd interesseert ons niet echt, het gaat om de accommodatie.


Hoofdtribune van het voetbal- en atletiekstadion te Izegem

Aan de overzijde van bovenstaande zittribune bevindt zich nog een staantribune, al mag dat haast de naam ‘tribune’ niet dragen. Het is erg klein allemaal. Het mooiste deel van de zittribune bevindt zich in de gevel van de achterzijde aan de straatkant. Daarin zijn in paars pictogrammen gemetseld van de verschillende sporten die in dit stadion worden beoefend. Erg fraai detail!

Koninklijke Sint-Eloois-Winkel Sport (Stamnummer 4408)

Nadat we een rond punt oversteken bereiken we binnen een tiental minuten Sint-Eloois-Winkel. Het hele dorp bestaat uit één grote wegopbreking waardoor van de chauffeur het uiterste wordt gevergd. Plots zien we een bordje met ‘Klein Harelbeke’ erop. Navraag bij een plaatselijk heerschap dat in zijn tuin staat te schoffelen leert ons dat we helemaal verkeerd zitten. Hij weet wel waar we wèl moeten zijn, alleen, we verstaan hem niet. Het woordje ‘bank’ is het enige dat we uit zijn verhaal kunnen opmaken en we rijden maar terug richting doorgaande weg. We rijden lukraak een straat in waarna we achter een bankgebouw een zestal lichtmasten tussen de bomen zien uitkomen. Hebben we een neusje gekregen voor het vinden van stadions? Hoogstens een verstopte neus, want ook dit stelt allemaal weinig voor.


Ook op Sportpark Ter Schueren dienen de toeschouwers het tof te houden…

Het Sportpark Ter Schueren bestaat uit een aantal velden waaronder één hoofdveld. Langs dit hoofdveld staan een zittribune, een staantribune en een clubhuis. De zittribune vertoont opmerkelijk veel gelijkenis met de tribunes van het voormalige stadion van Limburgia. Het was altijd fun om in een echt stadion te voetballen, al doen de resultaten anders vermoeden. Die waren een stuk minder fun…

De dag nadert haar einde en vlug stappen we weer in de auto. Er staat nog een neo-eersteklasser op het programma; succes verzekerd!

Koninklijke Sportvereniging Roeselare (Stamnummer 134)

Vanuit Sint-Eloois-Winkel rijden we via Izegem naar Roeselare. Net buiten Izegem komen we wederom in een file terecht. Er wordt namelijk voor liefst € 700.000 een rond punt aangelegd. Bedoeld om die horden voetbalsupporters effectief de stad uit te leiden? Feit is dat de complete toegangsweg openligt en voor heel wat verkeershinder zorgt.

Vlak voor Roeselare slaan we rechtsaf en rijden Rumbeke in. Ook daar lijkt ons een voetbalstadion te liggen. We passeren het veld, maar gezien de tijd stappen we niet uit. Het is een dertien-in-een-dozijn complex waarvan we er al velen hebben gezien.

Als we op de Ring rond Roeselare, de R32, rijden, moeten we aan het zevende stoplicht naar rechts. We passeren afslag na afslag en stoplicht na stoplicht, totdat we uiteindelijk bij het zevende stoplicht uitkomen. In de verte zien we de stadionlichten al staan, een teken dat we in de buurt zijn.

Als we linksaf slaan en een soort business-park inrijden passeren we Zaal Schiervelde, de thuishaven van volleybalclub Knack Roeselare. De sporthal kan enkele duizenden toeschouwers herbergen. De supporters van Knack Roeselare hebben afgelopen seizoen alvast genoten, want zowel de Beker van België, de Super Cup alsook het kampioenschap werd een prooi voor Knack.

Ook de ‘grootste’ voetbalclub van Roeselare, K.S.V. Roeselare was afgelopen seizoen uiterst succesvol, want er werd promotie naar de Eerste Klasse afgedwongen. Hierdoor mag de club dit seizoen voor het eerst in haar clubhistorie in Eerste Klasse aantreden. Men is drukdoende de accommodatie aan te passen hieraan, want achter één van de doelen wordt een grote (zit?)tribune gebouwd. Op deze manier gaat er een vreemdsoortig stadion ontstaan, met vier totaal verschillende tribunes. De hoofdtribune is alvast hoe het zijn moet: schoon, groot en dicht op het veld.


Naast de hoofdtribune staan steigers opgesteld voor de tv-camera’s

Voor het overige bestaat Stadion Schiervelde uit een kleine staantribune waar elke thuismatch de Roslar Army, het fanatieke deel van de Roeselare-aanhang samentroept. Achter het andere doel bevindt zich een ‘curva’ die mede dienst doet als uitvak. Wat opvalt is dat de tribunes klein zijn en erg dicht op het veld zijn gebouwd. Het kan niet anders of hier zal bij matchen een echte voetbalsfeer hangen. Deze sfeer wordt mede veroorzaakt door de aanwezigheid van enkele heren op leeftijd die hun tijd lijken te doden door de bouwwerken in de gaten te houden. Omdat het weer goed is, vermaken de heren zich prima.

Wat minder goed verzorgd is in Stadion Schiervelde zijn de sanitaire voorzieningen. De toiletten zijn ronduit smerig en de wc-rollen liggen alvast niet voor het oprapen. Omdat de nood toch redelijk hoog is, maken we met frisse tegenzin gebruik van het ter beschikking staande toilet. Misschien is het woord ‘fris’ niet helemaal juist gekozen in dit verband.

Een kwartier later en een kilo minder begeven we ons richting de heren op leeftijd. Als we informeren naar de route richting het Rodenbach-Stadion worden we te woord gestaan in onvervalst West-Vlaams. Helaas ontbreken de ondertitels…

Het woord ‘centrum’ is hopelijk voldoende om het speelplein te vinden.

Club Roeselare (Stamnummer 9360)

Als we het centrum naderen, valt ons oog op een bord met ‘Stedelijk Sportstadion’ erop. Zou dat soms het Rodenbach-Stadion zijn? Geen idee, maar alleen door de bordjes te volgen en te kijken waar we uitkomen, zullen we hier achterkomen. In feite is het één rechte weg vanuit Schiervelde naar de andere zijde van de stad. Roeselare is toch wel een grote stad, dat wil zeggen, groter dan we gedacht hadden.

Plots zien we tussen een paar huizen een tribune liggen: het Stedelijk Sportstadion. Iets verderop zien we ook de Rodenbach Brouwerij, een teken dat we goed zitten. Al snel rijden we een parking op en lopen richting speelveld. Het betreft een toch wel fraaie tribune, maar waar komt die atletiekpiste zo ineens vandaan? Op het veld zijn wat kinderen aan het voetballen, blijkbaar zit hun eerste schooldag er al weer op…

Nadat we weer in de auto zitten besluiten we toch maar even navraag te doen in de omgeving. ‘Ja ja, het Rodenbach-Stadion, da’s zjuust hier om de hoek.’ Hmm, zaten we tòch goed? Blijkbaar niet, want aan de andere kant van de brouwerij ligt nòg een stadion!

Op een levensgroot bord worden we welkom geheten in het Rodenbach-Stadion; voor ons een teken dat we binnen mogen. Het stadion is stokoud, maar daarom niet minder mooi. Overal komt de naam ‘Rodenbach’ terug, zelfs in het tribunedak.

De ligging is erg fraai, zo met de brouwerij op de achtergrond. De kleedlokalen lijken ons van iets minder niveau. De deuren hangen haast scheef in de kozijnen en kunnen wel eens een likje verf gebruiken. Daar is de terreinbeheerder het alvast niet mee eens, want hij vind het er allemaal prima bijliggen. Alleen het veld niet, want dat is in de verkeerde richting gemaaid…


Het Rodenbach-Stadion, gelegen naast de brouwerij van het gelijknamige biermerk

Aan de overzijde van de hoofdtribune ligt een kantine. Als we door de ramen voorzichtig naar binnen kijken, blijkt het vol met corpulente personen in koerskledij te zitten. Van een koersfiets echter geen spoor. Hebben we hier te maken met zogenaamde zweetdieven? Uiteraard wordt er in de kantine Rodenbach getapt.

De naam Rodenbach is overigens onlosmakelijk met de stad Roeselare verbonden. Omstreeks 1750 vestigde Ferdinand Rodenbach zich in de stad, nadat hij was vrijgelaten door de Fransen, die hem krijgsgevangene hielden in Lille. Later richtte zijn familie het biermerk op. Begin vorige eeuw werd de brouwerij uit handen gegeven, waarna ze uiteindelijk in 1998 onder regie van het biermerk Palm kwam te vallen.

Nadat de terreinbeheerder, die helemaal niks van de club weet, ons nog een drietal speelschema’s in onze handen drukt zit het er voor ons op. Even diep ademhalen en op weg naar onze laatste halteplaats: Ingelmunster.

Olympic Molen Sport Ingelmunster (Stamnummer 9441)

Om vanuit Roeselare in Ingelmunster te komen is vrij eenvoudig. Er zijn twee mogelijke routes. Eén via Kachtem, één langs het kanaal. Via Roeselare-Haven nemen we de weg langs het kanaal. Kachtem laten we links liggen en blijven het kanaal volgen. Hoe het komt dat we even later Roeselare weer binnenrijden snapt niemand. Zit er een lus in de weg? Heeft iemand aan de borden gedraaid?

We draaien maar weer om en proberen het opnieuw. Borden worden stelselmatig genegeerd, waardoor we een kwartier later dan toch Ingelmunster binnenrijden. Bij de eerste de beste bushalte vragen we de weg en na enkele minuten zijn we terug vertrokken. Uiteraard staat hier het Stedelijk Sportcentrum aangegeven, maar dat strookt niet met de uitleg die we even eerder hebben gekregen. Eigenwijs als we zijn negeren we ook die bordjes, waardoor we langs het stadion rijden, maar dan wel aan de verkeerde zijde van de straat…

Nadat we bij een rond punt hebben weten te keren sturen we alsnog de parking op. Het is al bijna 17.00 uur, maar alles staat nog open. Van een verstandelijk gehandicapte jongeman verkrijgen we toestemming om het complex te betreden.

Het stadion lijkt wel te zijn opgetrokken uit een resem reclameborden. Niet normaal hoeveel er hier hangen! Vooral achter beide doelen hebben de commerciële mensen zich uitgeleefd. Zelfs ìn de staantribunes hangen reclamepanelen…

De hoofdtribune is gelukkig enigszins gespaard gebleven hiervan, al is met het stadion op zich absoluut niks mis. In het stadion speelde tot voor enkele jaren de Koninklijke Sportvereniging Ingelmunster. Echter, in 2002 fuseerde men met de Koninklijke Racing Club Zuid-West-Vlaanderen, de vroegere Koninklijke Racing Club Harelbeke. Voor die tijd waren de letters ‘KSVI’ met gele zitjes verwerkt in de tribune. De fusie schoot een aantal mensen uit Ingelmunster echter in het verkeerde keelgat en men richtte een nieuwe club op: Olympic Molen Sport Ingelmunster. De naam is gekozen omdat deze elementen bevat van namen van clubs die Ingelmunster vroeger rijk was. Eén van de eerste daden van de oprichters was het aanpassen van de gele zitjes. Momenteel zijn de letters ‘OMSI’ verwerkt in de zittribune (zie foto).


‘KSVI’ werd veranderd in ‘OMSI’…

Als we door het stadion lopen, zien we in de dug-out van de bezoekers twee witte voetballen liggen. Tsja, dachten we eerder op de dag terug aan de momenten dat we in onze jeugdjaren in het stadion van Limburgia voetbalden, nu staan we voor een dug-out van het Stedelijk Sportcentrum in Ingelmunster waarin twee ballen liggen…

Even testen of er met de ballen kan worden gevoetbald en off we go! Diepe bal op links, achterlijn halen, voorzet geven. De één trekt naar de eerste paal, de ander schiet aan de tweede paal binnen. Nadat de voorzetten vanaf links allemaal zijn aangekomen, is het tijd om de hoekschoppen te gaan oefenen. Helaas is Geert Brusselers niet aanwezig, zodat we hem niet kunnen voordoen hoe een corner te trappen. Erg is dat eigenlijk niet, we amuseren ons opperbest! Zo nu en dan vliegt er wel eens een bal de tribune in, maar die hebben we zo weer gehaald, de hekken staan immers open. Tenslotte worden nog een paar ballen vanaf de zijlijn op doel geschoten en die vliegen er allemaal in. We zijn klaar voor de nieuwe competitie!

Nadat we enigszins zijn afgekoeld stappen we een laatste maal in de auto, richting E17. Dat is nog een heel ritje, maar verloopt verder voorspoedig. Het is inmiddels al lang 17.30 uur geweest en met fileleed krijgen we niet te maken. Ook niet tussen Aalst en Groot Bijgaarden, de plek waar ‘s morgens nog over een afstand van20 kilometer voertuigen stonden aan te schuiven. Als we ook Zaventem zonder problemen passeren, begint de Westelijke Mijnstreek alweer te naderen.

Ruim 15 uur nadat we zijn vertrokken en met 600 kilometers meer op de klok rijden we onze woonplaats weer in met een meer dan voldaan gevoel.

De ‘r’ is weer in de maand, hetgeen betekent dat de dagen weer korter en korter worden. Niet ideaal dus om verre groundhoptrips te maken. Desondanks zullen we er best nog wel een keertje op uit trekken om het Europese voetballandschap in kaart te brengen.

Lateral Boys